1
Genesis 15:6
NBG-vertaling 1951
En hij geloofde in de HERE, en Hij rekende het hem toe als gerechtigheid.
Compare
Explore Genesis 15:6
2
Genesis 15:1
Hierna kwam het woord des HEREN tot Abram in een gezicht: Vrees niet, Abram, Ik ben uw schild; uw loon zal zeer groot zijn.
Explore Genesis 15:1
3
Genesis 15:5
Toen leidde Hij hem naar buiten, en zeide: Zie toch op naar de hemel en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw nageslacht zijn.
Explore Genesis 15:5
4
Genesis 15:4
En zie, het woord des HEREN kwam tot hem: Deze zal uw erfgenaam niet zijn, maar uw lijfelijke zoon, die zal uw erfgenaam zijn.
Explore Genesis 15:4
5
Genesis 15:13
En Hij zeide tot Abram: Weet voorzeker, dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land, dat het hunne niet is, en dat zij hen dienen zullen, en dat die hen zullen verdrukken, vierhonderd jaar.
Explore Genesis 15:13
6
Genesis 15:2
En Abram zeide: Here HERE, wat zult Gij mij geven, daar ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis, dat zal deze Damascener Eliëzer zijn.
Explore Genesis 15:2
7
Genesis 15:18
Te dien dage sloot de HERE een verbond met Abram, zeggende: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven, van de rivier van Egypte tot de grote rivier, de rivier de Eufraat
Explore Genesis 15:18
8
Genesis 15:16
Het vierde geslacht echter zal hierheen wederkeren, want eerder is de maat van de ongerechtigheid der Amorieten niet vol.
Explore Genesis 15:16
Home
Bible
Plans
Videos