1
Genesis 50:20
NBG-vertaling 1951
Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, ten einde te doen, zoals heden het geval is: een groot volk in het leven te behouden.
Compare
Explore Genesis 50:20
2
Genesis 50:19
Maar Jozef zeide tot hen: Vreest niet, want ben ik in Gods plaats?
Explore Genesis 50:19
3
Genesis 50:21
Vreest dus niet, ik zal u onderhouden en ook uw kinderen. Zo troostte hij hen en sprak tot hun hart.
Explore Genesis 50:21
4
Genesis 50:17
zo moet gij tot Jozef zeggen: och, vergeef toch de overtreding uwer broeders en hun zonde, want zij hebben u kwaad aangedaan. Nu dan, vergeef toch de overtreding der dienaren van de God uws vaders. En Jozef weende, toen men zo tot hem sprak.
Explore Genesis 50:17
5
Genesis 50:24
En Jozef zeide tot zijn broeders: Ik ga sterven; God zal zeker naar u omzien en u uit dit land voeren naar het land, dat Hij Abraham, Isaak en Jakob onder ede beloofd heeft.
Explore Genesis 50:24
6
Genesis 50:25
En Jozef deed de zonen van Israël zweren: God zal zeker naar u omzien; dan zult gij mijn gebeente van hier meevoeren.
Explore Genesis 50:25
7
Genesis 50:26
En Jozef stierf, honderd en tien jaar oud, en men balsemde hem, en hij werd in een kist gelegd, in Egypte.
Explore Genesis 50:26
Home
Bible
Plans
Videos