Joël 2
2
Tweede beschrijving van een sprinkhanenplaag
1Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem! Sla alarm op mijn heilige berg Sion! Laten de bewoners van het land beven van angst, want de dag van Gods straf komt eraan! 2Een donkere, zwarte dag. Een dag van zware wolken en dikke duisternis. Zoals 's morgens het ochtendrood de bergen bedekt, zo worden nu de bergen bedekt door een groot volk, een machtig leger. Zoiets is nog nooit gebeurd in de geschiedenis van dit land. En zoiets zal ook nooit meer gebeuren. 3Voor dit leger uit laait een vuur. Achter het leger branden de vlammen. Vóór het leger is het land zo mooi als de tuin van Eden.#De 'tuin van Eden' is het paradijs. Lees Genesis 2:8. Maar achter het leger is het een woestijn geworden. Er is niet aan dat leger te ontsnappen. 4Het komt aanrennen als een leger van ruiters te paard. 5Het zal naderen over de toppen van de bergen met een geluid als van een menigte strijdwagens, een geluid als het geknetter van een groot vuur. Het is een machtig leger, klaar voor de strijd. 6Alle volken zullen er doodsbang voor zijn. Iedereen verbleekt van angst. 7Ze zullen als helden komen aanrennen. Als krijgers zullen ze de muren beklimmen. Ze gaan recht voor zich uit. 8Ze lopen elkaar niet in de weg en verdringen elkaar niet. Van wapens trekken ze zich niets aan. Ze gaan recht op hun doel af. 9Ze stormen op de stad af, lopen tegen de muur op, klimmen de huizen in. Ze komen door de ramen naar binnen, zoals dieven. 10Iedereen is doodsbang voor ze. Zelfs de hemel beeft. De zon en de maan worden verduisterd. De sterren geven geen licht meer.#In dit stukje lopen twee beelden door elkaar. Het is een beschrijving van een sprinkhanenplaag en tegelijk de beschrijving van de inval van een enorm leger. De boodschap van de profeet is: als jullie niet terug gaan naar God vanwege de sprinkhanenplaag, zal God nóg een 'sprinkhanenplaag' laten komen: een alles vernietigend leger van de vijand.
11De Heer voert zijn leger aan. Het is ontelbaar groot. Want Hij is machtig en doet wat Hij heeft gezegd. Wat vreselijk is de dag van Gods straf! Wie kan die dag overleven?
Joël zegt dat de mensen terug moeten gaan naar God
12Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest."
13Scheur maar niet je kleren als teken van verdriet. Scheur liever je hart!#Een uitdrukking om aan te geven dat ze werkelijk spijt moeten hebben van hun ontrouw aan God. Kom terug bij jullie Heer God. Dan zal Hij medelijden met jullie hebben. Want Hij is geduldig, liefdevol en goed. Kom terug! Dan zal Hij zijn plannen misschien wel willen veranderen. Dan zal Hij jullie misschien niet straffen met de rampen waarover Hij heeft gesproken. 14Wie weet zal Hij in plaats daarvan zelfs wel goed voor jullie willen zijn, zodat er genoeg eten en wijn zal zijn om Hem weer meel-offers en wijn-offers te brengen.
15Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem. Roep de mensen op om niet meer te eten, als teken dat ze spijt hebben. 16Laat iedereen naar Jeruzalem komen. Roep de leiders bij elkaar. Breng zelfs alle kinderen en baby’s mee. Laten zelfs bruid en bruidegom die net hun bruiloft vieren, naar Jeruzalem komen. 17Laten de priesters, de dienaren van de Heer, huilen van spijt tussen de voorhal en het altaar. Laten ze zeggen: "Heer, heb medelijden met uw volk! Zorg ervoor dat niet een ander volk over ons zal heersen. Dat ze ons niet zullen bespotten en niet zullen zeggen: 'Waar is nu hun God?' "
Het antwoord van de Heer op spijt
18Dan zal de Heer medelijden hebben met zijn land. Hij zal zijn volk vergeven. 19De Heer zal antwoorden: "Ik zal jullie weer graan, wijn en olijf-olie geven. Jullie zullen weer genoeg te eten hebben. Ik zal ervoor zorgen dat jullie niet langer uitgelachen en bespot worden door de andere volken. 20Ik zal dat leger dat uit het noorden is gekomen, wegjagen naar de woestijn. Het voorste deel van het leger zal Ik naar de zee in het oosten (= de Dode Zee) jagen en het achterste deel van het leger zal Ik wegjagen naar de zee in het westen (= de Middellandse Zee)." Ze zullen sterven en de stank zal tot op grote afstand te ruiken zijn.#Lees ook Ezechiël 38 en 39. Want de Heer heeft iets geweldigs gedaan. 21Wees niet bang, land, maar juich en jubel. Want de Heer heeft geweldige dingen gedaan. 22Wees niet bang, wilde dieren, want de planten in de wildernis zullen weer groen worden, er zullen weer vruchten aan de bomen komen. Er zullen weer druiven groeien aan de wijnstruiken en olijven aan de olijfbomen.
23Bewoners van Jeruzalem, juich en wees blij over jullie Heer God. Want Ik zal jullie een leraar geven die jullie zal leren hoe jullie moeten leven. Dan zal Ik jullie weer voldoende regen geven: regen in de herfst en in de lente, net als vroeger. 24Jullie zullen weer veel graan, druiven en olijven oogsten. 25Ik heb dat leger van springende, knagende en kaalvretende sprinkhanen op jullie afgestuurd. Maar Ik zal jullie vergoeden wat zij in die jaren hebben opgegeten. 26Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben. Jullie zullen jullie Heer God prijzen, die zulke bijzondere dingen bij jullie heeft gedaan. Mijn volk zal nooit meer voor schut staan."
De dag van de Heer
27 De Heer zegt: "Dan zullen jullie toegeven dat Ik bij mijn volk Israël woon. Jullie zullen toegeven dat Ík jullie Heer God ben, en niemand anders. En mijn volk zal nooit meer voor schut staan.
28Daarna zal Ik mijn Geest uitstorten op alle mensen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren. Aan oude en jonge mensen zal Ik dromen geven. 29Ook op slaven en slavinnen zal Ik in die tijd mijn Geest uitstorten. 30Er zullen vreemde dingen te zien zijn aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookwolken. 31De zon zal verduisterd worden en de maan zal bloedrood worden. En dan zal de gevreesde dag van de Heer aanbreken. 32Maar iedereen die Mij aanbidt, zal worden gered. Want op de berg Sion ben je veilig. In Jeruzalem zul je worden gered, zoals Ik heb gezegd. Er zal redding zijn bij de mensen van mijn volk die zijn overgebleven. Ik zal hen Zelf roepen.
Currently Selected:
Joël 2: BB
Highlight
Share
Copy
Want to have your highlights saved across all your devices? Sign up or sign in
BasisBijbel
Copyright © 2013 Stichting BasisBijbel
Gecorrigeerde tekst © 2015
Alle rechten voorbehouden
Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016
Joël 2
2
Tweede beschrijving van een sprinkhanenplaag
1Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem! Sla alarm op mijn heilige berg Sion! Laten de bewoners van het land beven van angst, want de dag van Gods straf komt eraan! 2Een donkere, zwarte dag. Een dag van zware wolken en dikke duisternis. Zoals 's morgens het ochtendrood de bergen bedekt, zo worden nu de bergen bedekt door een groot volk, een machtig leger. Zoiets is nog nooit gebeurd in de geschiedenis van dit land. En zoiets zal ook nooit meer gebeuren. 3Voor dit leger uit laait een vuur. Achter het leger branden de vlammen. Vóór het leger is het land zo mooi als de tuin van Eden.#De 'tuin van Eden' is het paradijs. Lees Genesis 2:8. Maar achter het leger is het een woestijn geworden. Er is niet aan dat leger te ontsnappen. 4Het komt aanrennen als een leger van ruiters te paard. 5Het zal naderen over de toppen van de bergen met een geluid als van een menigte strijdwagens, een geluid als het geknetter van een groot vuur. Het is een machtig leger, klaar voor de strijd. 6Alle volken zullen er doodsbang voor zijn. Iedereen verbleekt van angst. 7Ze zullen als helden komen aanrennen. Als krijgers zullen ze de muren beklimmen. Ze gaan recht voor zich uit. 8Ze lopen elkaar niet in de weg en verdringen elkaar niet. Van wapens trekken ze zich niets aan. Ze gaan recht op hun doel af. 9Ze stormen op de stad af, lopen tegen de muur op, klimmen de huizen in. Ze komen door de ramen naar binnen, zoals dieven. 10Iedereen is doodsbang voor ze. Zelfs de hemel beeft. De zon en de maan worden verduisterd. De sterren geven geen licht meer.#In dit stukje lopen twee beelden door elkaar. Het is een beschrijving van een sprinkhanenplaag en tegelijk de beschrijving van de inval van een enorm leger. De boodschap van de profeet is: als jullie niet terug gaan naar God vanwege de sprinkhanenplaag, zal God nóg een 'sprinkhanenplaag' laten komen: een alles vernietigend leger van de vijand.
11De Heer voert zijn leger aan. Het is ontelbaar groot. Want Hij is machtig en doet wat Hij heeft gezegd. Wat vreselijk is de dag van Gods straf! Wie kan die dag overleven?
Joël zegt dat de mensen terug moeten gaan naar God
12Maar ook nu nog zegt de Heer: "Kom terug bij Mij! Dien Mij met je hele hart. Laat zien dat jullie werkelijk spijt hebben van alles waarin jullie Mij ongehoorzaam zijn geweest."
13Scheur maar niet je kleren als teken van verdriet. Scheur liever je hart!#Een uitdrukking om aan te geven dat ze werkelijk spijt moeten hebben van hun ontrouw aan God. Kom terug bij jullie Heer God. Dan zal Hij medelijden met jullie hebben. Want Hij is geduldig, liefdevol en goed. Kom terug! Dan zal Hij zijn plannen misschien wel willen veranderen. Dan zal Hij jullie misschien niet straffen met de rampen waarover Hij heeft gesproken. 14Wie weet zal Hij in plaats daarvan zelfs wel goed voor jullie willen zijn, zodat er genoeg eten en wijn zal zijn om Hem weer meel-offers en wijn-offers te brengen.
15Blaas op de ramshoorn in Jeruzalem. Roep de mensen op om niet meer te eten, als teken dat ze spijt hebben. 16Laat iedereen naar Jeruzalem komen. Roep de leiders bij elkaar. Breng zelfs alle kinderen en baby’s mee. Laten zelfs bruid en bruidegom die net hun bruiloft vieren, naar Jeruzalem komen. 17Laten de priesters, de dienaren van de Heer, huilen van spijt tussen de voorhal en het altaar. Laten ze zeggen: "Heer, heb medelijden met uw volk! Zorg ervoor dat niet een ander volk over ons zal heersen. Dat ze ons niet zullen bespotten en niet zullen zeggen: 'Waar is nu hun God?' "
Het antwoord van de Heer op spijt
18Dan zal de Heer medelijden hebben met zijn land. Hij zal zijn volk vergeven. 19De Heer zal antwoorden: "Ik zal jullie weer graan, wijn en olijf-olie geven. Jullie zullen weer genoeg te eten hebben. Ik zal ervoor zorgen dat jullie niet langer uitgelachen en bespot worden door de andere volken. 20Ik zal dat leger dat uit het noorden is gekomen, wegjagen naar de woestijn. Het voorste deel van het leger zal Ik naar de zee in het oosten (= de Dode Zee) jagen en het achterste deel van het leger zal Ik wegjagen naar de zee in het westen (= de Middellandse Zee)." Ze zullen sterven en de stank zal tot op grote afstand te ruiken zijn.#Lees ook Ezechiël 38 en 39. Want de Heer heeft iets geweldigs gedaan. 21Wees niet bang, land, maar juich en jubel. Want de Heer heeft geweldige dingen gedaan. 22Wees niet bang, wilde dieren, want de planten in de wildernis zullen weer groen worden, er zullen weer vruchten aan de bomen komen. Er zullen weer druiven groeien aan de wijnstruiken en olijven aan de olijfbomen.
23Bewoners van Jeruzalem, juich en wees blij over jullie Heer God. Want Ik zal jullie een leraar geven die jullie zal leren hoe jullie moeten leven. Dan zal Ik jullie weer voldoende regen geven: regen in de herfst en in de lente, net als vroeger. 24Jullie zullen weer veel graan, druiven en olijven oogsten. 25Ik heb dat leger van springende, knagende en kaalvretende sprinkhanen op jullie afgestuurd. Maar Ik zal jullie vergoeden wat zij in die jaren hebben opgegeten. 26Jullie zullen meer dan genoeg te eten hebben. Jullie zullen jullie Heer God prijzen, die zulke bijzondere dingen bij jullie heeft gedaan. Mijn volk zal nooit meer voor schut staan."
De dag van de Heer
27 De Heer zegt: "Dan zullen jullie toegeven dat Ik bij mijn volk Israël woon. Jullie zullen toegeven dat Ík jullie Heer God ben, en niemand anders. En mijn volk zal nooit meer voor schut staan.
28Daarna zal Ik mijn Geest uitstorten op alle mensen. Jullie zonen en dochters zullen profeteren. Aan oude en jonge mensen zal Ik dromen geven. 29Ook op slaven en slavinnen zal Ik in die tijd mijn Geest uitstorten. 30Er zullen vreemde dingen te zien zijn aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookwolken. 31De zon zal verduisterd worden en de maan zal bloedrood worden. En dan zal de gevreesde dag van de Heer aanbreken. 32Maar iedereen die Mij aanbidt, zal worden gered. Want op de berg Sion ben je veilig. In Jeruzalem zul je worden gered, zoals Ik heb gezegd. Er zal redding zijn bij de mensen van mijn volk die zijn overgebleven. Ik zal hen Zelf roepen.
Currently Selected:
:
Highlight
Share
Copy
Want to have your highlights saved across all your devices? Sign up or sign in
BasisBijbel
Copyright © 2013 Stichting BasisBijbel
Gecorrigeerde tekst © 2015
Alle rechten voorbehouden
Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016