De Spreuken 18:20-21
De Spreuken 18:20-21 NBG51
Van de vrucht van iemands mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij verzadigt zich van de opbrengst van zijn lippen. Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten.
Van de vrucht van iemands mond wordt zijn binnenste verzadigd; hij verzadigt zich van de opbrengst van zijn lippen. Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten.