1
Marcus 4:39-40
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939
Nu stond Hij op, gebood aan de wind, en sprak tot het meer: Zwijg, wees stil! De wind ging liggen, en het werd heel stil. Toen sprak Hij tot hen: Wat zijt gij bevreesd? Hebt gij nog geen geloof?
Vergelijk
Ontdek Marcus 4:39-40
2
Marcus 4:41
Maar een hevige angst greep hen aan, en ze zeiden tot elkander: Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het meer Hem gehoorzamen?
Ontdek Marcus 4:41
3
Marcus 4:38
Hij zelf lag aan de achtersteven op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker, en zeiden tot Hem: Meester, raakt het U niet, dat wij vergaan?
Ontdek Marcus 4:38
4
Marcus 4:24
Nog zeide Hij hun: Let op, wat gij hoort. Met de maat, waarmee gij meet, zal u worden toegemeten, met een toemaat bovendien.
Ontdek Marcus 4:24
5
Marcus 4:26-27
Weer zeide Hij: Het gaat met het koninkrijk Gods als met een mens, die het zaad in de aarde werpt; dan gaat hij slapen des nachts, en staat op overdag. En het zaad ontkiemt en groeit op; zelf weet hij niet, hoe.
Ontdek Marcus 4:26-27
6
Marcus 4:23
Zo iemand oren heeft om te horen, hij hore!
Ontdek Marcus 4:23
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's