Daarom zeide Eli tot Samuël: Ga heen, leg u weer neer, en als Hij u roept, zeg dan: spreek HERE, want uw knecht hoort. En Samuël ging heen en legde zich weer op zijn plaats neer. Toen kwam de HERE, bleef daar staan en riep als de vorige keren: Samuël, Samuël! En Samuël zeide: Spreek, want uw knecht hoort.