1
Leviticus 10:1
NBG-vertaling 1951
En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEREN, hetgeen Hij hun niet geboden had.
Vergelijk
Ontdek Leviticus 10:1
2
Leviticus 10:3
En Mozes zeide tot Aäron: Dit is het, wat de HERE gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij verheerlijken. En Aäron zweeg.
Ontdek Leviticus 10:3
3
Leviticus 10:2
Toen ging er vuur uit van de HERE en dit verteerde hen, zodat zij stierven voor het aangezicht des HEREN.
Ontdek Leviticus 10:2
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's