1
Marcus 14:36
Het Boek
‘Abba! Vader!’ zei Hij. ‘Voor U is alles mogelijk. Neemt U die beker bij Mij vandaan. En toch, niet wat Ik wil, maar wat U wilt moet gebeuren.’
Vergelijk
Ontdek Marcus 14:36
2
Marcus 14:38
Blijf toch wakker en bid dat jullie niet in verleiding komen. De geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’
Ontdek Marcus 14:38
3
Marcus 14:9
Ik wil u wel zeggen dat zij niet zal worden vergeten, want overal ter wereld waar over het goede nieuws van God wordt gesproken, zal ook verteld worden wat zij gedaan heeft.’
Ontdek Marcus 14:9
4
Marcus 14:34
‘Het wordt Mij teveel,’ zei Hij. ‘Ik sterf bijna van verdriet. Blijf hier waken.’
Ontdek Marcus 14:34
5
Marcus 14:22
Jezus nam een brood, dankte God ervoor, brak het in stukken en gaf het aan zijn leerlingen. ‘Neem dit,’ zei Hij, ‘dit is mijn lichaam.’
Ontdek Marcus 14:22
6
Marcus 14:23-24
Daarna nam Hij een beker wijn, dankte God ervoor en gaf hem aan zijn leerlingen. Zij dronken er allemaal uit. ‘Dit is mijn bloed, dat voor vele mensen zal vloeien,’ zei Hij. ‘Het bezegelt het nieuwe verbond tussen God en de mens.
Ontdek Marcus 14:23-24
7
Marcus 14:27
‘Jullie zullen je allemaal voor Mij schamen,’ zei Jezus. ‘Want in de Boeken staat: “Ik zal de herder doden en de schapen zullen uiteengejaagd worden.”
Ontdek Marcus 14:27
8
Marcus 14:42
Sta op, wij gaan. Kijk, daar is mijn verrader al.’
Ontdek Marcus 14:42
9
Marcus 14:30
‘Petrus,’ zei Jezus. ‘Ik verzeker je dat jij vannacht drie keer zult zeggen dat je Mij niet kent, nog voor de haan twee keer heeft gekraaid.’
Ontdek Marcus 14:30
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's