2 Kronieken 3

3
Salomo bouwt de tempel
1Toen begon Salomo met het bouwen van de tempel in Jeruzalem op de berg Moria, waar de Heer naar zijn vader David was gekomen. Hij bouwde hem op de plek die David daarvoor had uitgezocht: op de dorsvloer van Ornan.#Lees 1 Kronieken 21:27 Lees ook Genesis 22:1-15: Er was op de berg Moria al eerder een offer gebracht! 2Hij begon met bouwen op de tweede dag van de tweede maand. Hij was toen vier jaar koning van Israël.
3De tempel zag er als volgt uit: 60 el (27 m) lang, 20 el (9 m) breed, gemeten met de oude el.#De el uit de tijd vóórdat de Israëlieten naar Babel meegenomen waren, was een handbreedte groter dan de el uit de tijd daarna. Die grote el wordt hier de 'oude el' genoemd, doordat dit bijbelboek geschreven is na de Babylonische tijd. 4De voorhal aan de voorkant van de voorzaal van de tempel was 20 el (9 m) lang, dus net zo breed als de tempel, en 120 el (55 m) hoog. De binnenkant van de hal bedekte hij helemaal met zuiver goud. 5De binnenkant van de voorzaal#De voorzaal werd de 'heilige kamer'. De achterzaal de 'allerheiligste kamer,' waar de kist van het verbond zou komen te staan. Lees Exodus 26:33. bedekte hij helemaal met cipressenhout. Over het hout kwam een dun laagje zuiver goud. In het goud graveerde hij palmbomen en gedraaide kettingen. 6Ook werd de zaal versierd met edelstenen. Het goud was afkomstig uit Parvaïm. 7Zo bedekte hij de voorzaal, de balken, de drempels en deurposten, de wanden en deuren met goud. Op de wanden graveerde hij engelen.
8Verder maakte hij de achterzaal: de allerheiligste kamer. Die was net zo breed als de voorzaal, namelijk 20 el. Hij bedekte hem helemaal met 600 talenten zuiver goud (1800 kilo). 9Van 50 sikkels goud (550 gram) maakte hij spijkers om alles mee vast te zetten. Ook de bovenkamers bedekte hij met goud. 10In de allerheiligste kamer maakte hij van hout twee engelen en bedekte ze met goud. 11De vleugels van de engelen waren samen 20 el (9 m) lang. 12Van elke engel raakte de ene vleugel de muur en de andere vleugel raakte de vleugel van de andere engel. Elke vleugel was 5 el (2,25 m). 13Samen waren de vleugels dus 20 el (9 m) lang. De engelen stonden op hun voeten, met hun gezicht naar de ingang. 14Hij weefde een gordijn van blauw, rood en paars draad en fijn linnen. Daarop werden engelen afgebeeld. 15Ook maakte hij voor de tempel twee pilaren van 35 el (15,75 m) hoog. Daarop stond een sierstuk van 5 el (2,25 m) hoog. 16Hij maakte gedraaide kettingen (net zulke als hij in de allerheiligste kamer gegraveerd had) rond de bovenrand met daaraan 100 gouden granaatappels. 17Hij zette de pilaren vóór de tempel neer, de één rechts van de ingang en de ander links van de ingang. De rechter pilaar noemde hij Jachin (= 'vastzetten'), de linker pilaar noemde hij Boaz (= 'kracht').

Nu geselecteerd:

2 Kronieken 3: BB

Markering

Deel

Kopiëren

None

Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in