Toen Jezus aankwam, hoorde Hij dat Lazarus al vier dagen in het graf lag. Betanië lag vlak bij Jeruzalem, ongeveer 15 stadiën [ (ongeveer 4 km) ] daar vandaan. Er waren veel Joden gekomen om Maria en Marta te troosten over de dood van hun broer. Toen Marta hoorde dat Jezus eraan kwam, ging ze naar Hem toe. Maar Maria bleef thuis zitten. Marta zei tegen Jezus: "Heer, als U hier was geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn! Maar ik weet zeker dat God U ook nu alles zal geven wat U van Hem vraagt." Jezus zei tegen haar: "Je broer zal opstaan uit de dood." Marta antwoordde: "Ik weet dat hij zal opstaan uit de dood, op de laatste dag, als alle doden weer opstaan." Jezus zei tegen haar: "IK BEN de opstanding en het leven. Iedereen die in Mij gelooft, zal leven, zelfs als hij al gestorven is. En iedereen die leeft en in Mij gelooft, zal nooit meer sterven. Geloof je dat?"
Lees Johannes 11
Luisteren Johannes 11
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Johannes 11:17-26
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's