Matteüs 7:9-11

Matteüs 7:9-11 BB

Als je zoon je om brood vraagt, geef je hem toch geen steen? En als hij om een vis vraagt, geef je hem toch geen slang? Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker goede dingen geven als mensen Hem daarom bidden?