1 Petrus 2

2
De levende steen en het heilige volk
1 # Matt. 18:3; Rom. 6:4; 1 Kor. 14:20; Efez. 4:23; Kol. 3:8; Hebr. 12:1 Leg dan af alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij.
2En verlang vurig, als pasgeboren kinderen, naar de zuivere melk van het Woord,#2:2 de zuivere melk van het Woord - Of: de redelijke, zuivere melk. opdat u daardoor mag opgroeien,
3indien u tenminste #Ps. 34:9geproefd hebt dat de Heere goedertieren is,
4 # Efez. 2:20 en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar,
5dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot #Hebr. 3:6een geestelijk huis, tot #Openb. 1:6; 5:10een heilig priesterschap, om #Rom. 12:1; Hebr. 12:28geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.
6Daarom staat er in de Schrift: #Jes. 28:16Zie, Ik leg in Sion een hoeksteen die uitverkoren en kostbaar is; en: Wie in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
7Voor u dan, die gelooft, is Hij kostbaar; maar voor de ongehoorzamen geldt: #Ps. 118:22; Matt. 21:42; Hand. 4:11De steen die de bouwers verworpen hebben, die is de hoeksteen geworden, en #Jes. 8:14; Rom. 9:33een steen des aanstoots en een struikelblok;
8voor hen namelijk die zich aan het Woord stoten, door ongehoorzaam te zijn, waartoe zij ook bestemd zijn.
9 # Ex. 19:6; Deut. 7:6; 14:2; 26:18; Efez. 1:14 Maar u bent een uitverkoren geslacht, #Openb. 1:6; 5:10een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte;#2:9 een volk … eigendom maakte - Letterlijk: een volk tot verkrijging. opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht,
10 # Hos. 1:10; 2:22; Rom. 9:26 u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.
Een voorbeeld voor de heidenen
11Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen #Rom. 13:14; Gal. 5:16u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel.
12 # Rom. 12:17; 2 Kor. 8:21; Filipp. 2:15 Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; #Tit. 2:8; 1 Petr. 3:16opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, #Matt. 5:16door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen #Luk. 1:68; 19:44op de dag dat er naar hen omgezien wordt.#2:12 op de dag … wordt - Of: op de dag van de vergelding.
Aan alle gezag onderdanig
13 # Rom. 13:1; Tit. 3:1 Onderwerp u dan omwille van de Heere aan alle menselijke orde, hetzij aan de koning, als hoogste machthebber,
14hetzij aan de stadhouders, als mensen die door hem gezonden worden tot straf van de kwaaddoeners, maar tot lof van hen die goeddoen.
15Want zo is het de wil van God, #Tit. 2:8dat u door goed te doen het onverstand van de dwaze mensen de mond snoert;
16 # Joh. 8:32; Rom. 6:18; Gal. 5:1 als vrije mensen, maar niet alsof u de vrijheid hebt als een dekmantel voor slechtheid, maar als dienstknechten van God.
17 # Rom. 12:10; 1 Petr. 5:5 Houd iedereen in ere; #Rom. 12:10; Efez. 4:3; Hebr. 13:1; 1 Petr. 1:22heb al uw broeders#2:17 al uw broeders - Letterlijk: de broederschap. lief; vrees God; #Matt. 22:21eer de koning.
18 # Efez. 6:5; Kol. 3:22; 1 Tim. 6:1; Tit. 2:9 Huisslaven, wees uw meesters met alle ontzag onderdanig, niet alleen hun die goed en welwillend zijn, maar ook die verkeerd handelen.
Lijden omwille van het goede
19 # Matt. 5:10 Want dat is genade, als iemand om het geweten voor God dingen verdraagt die hem pijn doen, en daarbij ten onrechte lijdt.
20Want wat voor roem is er als u het geduldig verdraagt wanneer u zondigt en daarvoor slagen ontvangt? #1 Petr. 3:14; 4:14Maar als u het geduldig verdraagt wanneer u goeddoet en daarvoor lijdt, is dat genade bij God.
21Want hiertoe bent u geroepen, omdat ook Christus voor ons geleden heeft; Hij laat #Joh. 13:15; Filipp. 2:5; 1 Joh. 2:6ons zo een voorbeeld na, opdat u Zijn voetsporen zou navolgen;
22 # Jes. 53:9; 2 Kor. 5:21; 1 Joh. 3:5 Hij, Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog gevonden is;
23 # Matt. 27:39; Joh. 8:48,49 Die, toen Hij uitgescholden werd, niet terugschold, en toen Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem Die rechtvaardig oordeelt;
24 # Jes. 53:4; Matt. 8:17 Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, #Rom. 6:11opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven. Door Zijn striemen bent u genezen.
25Want u was #Jes. 53:6; Ezech. 34:6; Luk. 15:4als dwalende schapen; maar u bent nu bekeerd tot de Herder en Opziener van uw zielen.

Nu geselecteerd:

1 Petrus 2: HSV

Markering

Deel

Kopiëren

None

Wil je jouw markerkingen op al je apparaten opslaan? Meld je aan of log in