In die nacht verscheen God aan Salomo en zei tegen hem: Vraag wat Ik u geven zal. Salomo zei tegen God: Ú hebt aan mijn vader David grote goedertierenheid bewezen, en mij in zijn plaats koning gemaakt. Nu dan, HEERE God, laat Uw woord tot mijn vader David bewaarheid worden! Ú hebt mij immers koning gemaakt over een volk, talrijk als het stof van de aarde. Geef mij nu wijsheid en kennis, zodat ik voor de ogen van dit volk uitga en inga, want wie zou over dit grote volk van U kunnen rechtspreken? Toen zei God tegen Salomo: Omdat dit in uw hart geweest is en u geen rijkdom, bezittingen en eer gevraagd hebt, of het leven van wie u haat, of zelfs niet een lang leven gevraagd hebt, maar wijsheid en kennis voor uzelf gevraagd hebt, zodat u over Mijn volk, waarover Ik u koning gemaakt heb, zou kunnen rechtspreken, daarom is de wijsheid en de kennis aan u gegeven. Verder zal Ik u rijkdom, bezittingen en eer geven, zoveel als de koningen vóór u niet gehad hebben en zoveel als de koningen na u niet zullen hebben.
2 Kronieken 1 lezen
Luisteren 2 Kronieken 1
Deel
Alle vertalingen vergelijken: 2 Kronieken 1:7-12
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's