2 Koningen 9:1-7

2 Koningen 9:1-7 HSV

Toen riep de profeet Elisa een van de leerling-profeten en zei tegen hem: Omgord uw middel, neem deze oliekruik in uw hand en ga naar Ramoth in Gilead. Als u daar gekomen bent, kijk daar dan uit naar Jehu, de zoon van Josafat, de zoon van Nimsi. Ga naar hem toe, laat hem opstaan uit het midden van zijn broeders en breng hem in een besloten kamer. Neem dan de oliekruik, giet die uit over zijn hoofd en zeg: Zo zegt de HEERE: Ik heb u tot koning over Israël gezalfd. Doe daarna de deur open en vlucht weg; wacht niet. Zo ging de jongeman, de knecht van de profeet, naar Ramoth in Gilead. Toen hij aankwam, zie, daar zaten de bevelhebbers van het leger; en hij zei: Ik heb een boodschap voor u, overste. Jehu zei: Voor wie van ons allen? En hij zei: Voor u, overste. Toen stond hij op en ging in huis; hij goot de olie uit over zijn hoofd en zei tegen hem: Zo zegt de HEERE, de God van Israël: Ik heb u gezalfd tot koning over het volk van de HEERE, over Israël. En u zult het huis van Achab, uw heer, doden, opdat Ik het bloed van Mijn dienaren, de profeten, en het bloed van alle dienaren van de HEERE op Izebel zal wreken.