2 Samuel 23:1-7

2 Samuel 23:1-7 HSV

En dit zijn de laatste woorden van David. David, de zoon van Isaï, spreekt; de man die hoog is opgericht, spreekt, de gezalfde door de God van Jakob, en lieflijk in psalmen van Israël. De Geest van de HEERE heeft door mij gesproken, en Zijn woord is op mijn tong. De God van Israël heeft gezegd, de Rots van Israël heeft tot mij gesproken: Er komt een Heerser over de mensen, een Rechtvaardige, een Heerser in de vreze Gods. Hij is als het licht van de morgen, wanneer de zon opgaat, een morgen zonder wolken; als de glans na de regen, die groen laat opkomen uit de aarde. Hoewel mijn huis zo niet is bij God, heeft Hij mij toch een eeuwig verbond gesteld, in alles geordend en bewaard. Voorzeker, daarin is al mijn heil en al mijn vreugde, hoewel Hij het nog niet laat opkomen. Maar verdorven mannen zijn alle als doornstruiken, die weggeworpen worden; want met de hand kan men ze niet pakken. Maar ieder die ze wil aanraken, voorziet zich van ijzer of hout van een speer; ze worden ter plekke volledig met vuur verbrand.