Toen zei Hij tegen mij: Mensenkind, zo zegt de Heere HEERE: Dit zijn de verordeningen voor het altaar. Op de dag dat het vervaardigd is om er brandoffers op te brengen en om er bloed op te sprenkelen, moet u de Levitische priesters die van het nageslacht van Zadok zijn en die tot Mij naderen – spreekt de Heere HEERE – om Mij te dienen, een jonge stier – het jong van een rund – als zondoffer geven. U moet dan een deel van het bloed ervan nemen en dat op de vier hoorns ervan strijken, op de vier hoeken van de omgang en op de opstaande rand eromheen. Zo moet u het ontzondigen en er verzoening voor doen. Vervolgens moet u de jonge stier, het zondoffer, nemen. Dan moet men hem verbranden op de daartoe bestemde plaats van het huis, buiten het heiligdom. Op de tweede dag moet u een geitenbok zonder enig gebrek als zondoffer brengen. Zo moet men het altaar ontzondigen, zoals zij het ontzondigd hebben met de jonge stier. Wanneer u het ontzondigen voltooid hebt, moet u een jonge stier – het jong van een rund – zonder enig gebrek, en een ram uit het kleinvee zonder enig gebrek aanbieden. U moet ze voor het aangezicht van de HEERE aanbieden. De priesters moeten er zout op strooien en ze offeren als brandoffer voor de HEERE. Zeven dagen lang moet u elke dag een bok als zondoffer bereiden. Verder moet men een jonge stier – het jong van een rund – en een ram uit het kleinvee bereiden, zonder enig gebrek. Zeven dagen moet men voor het altaar verzoening doen, het reinigen en inwijden. Wanneer zij dan deze dagen voltooid hebben, zal het op de achtste dag en daarna gebeuren, dat de priesters op het altaar uw brandoffers en uw dankoffers zullen bereiden. Dan zal Ik een welgevallen aan u hebben, spreekt de Heere HEERE.
Lees Ezechiël 43
Luisteren Ezechiël 43
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Ezechiël 43:18-27
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's