Ezra 3:1-4

Ezra 3:1-4 HSV

Toen de zevende maand aanbrak en de Israëlieten zich in de steden gevestigd hadden, verzamelde het volk zich als één man in Jeruzalem. Jesua, de zoon van Jozadak, stond op met zijn broeders, de priesters, en Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, met zijn broeders, en zij herbouwden het altaar van de God van Israël om daarop brandoffers te brengen volgens wat geschreven staat in de wet van Mozes, de man Gods. En zij plaatsten het altaar op zijn fundament, hoewel er verschrikking over hen was vanwege de volken van de landen rondom. Zij brachten daarop brandoffers voor de HEERE, brandoffers voor de ochtend en voor de avond. Zij vierden het Loofhuttenfeest volgens wat geschreven staat, namelijk een brandoffer van een dag op die dag in het juiste aantal, overeenkomstig de bepaling voor elke afzonderlijke dag.