Genesis 12:1-4

Genesis 12:1-4 HTB

Eerder had de HERE Abram de opdracht gegeven: ‘Verlaat uw land en uw familie en ga naar het land dat Ik u zal wijzen. Dan zal Ik u de vader van een groot volk maken. Ik zal u zegenen en uw naam overal beroemd maken. U zult vele anderen tot een zegen zijn. Als iemand u zegent, zal Ik hem zegenen en als iemand u vervloekt, zal Ik hem vervloeken. U zult voor alle volken een zegen zijn.’ Abram gehoorzaamde de HERE en vertrok met zijn neef Lot. Abram was toen vijfenzeventig jaar.

Gratis leesplannen en overdenkingen die te maken hebben met Genesis 12:1-4