Toen werd Jakob wakker. ‘Dit is beslist de plaats waar de HERE woont,’ riep hij vol eerbied. ‘Dit is een ontzagwekkende plaats, dit moet wel de poort van de hemel zijn!’ De volgende morgen stond hij vroeg op en zette zijn stenen hoofdkussen rechtop als een gedenksteen en goot er olie overheen. Hij noemde die plaats Betel (Huis van God), hoewel het voorheen Luz heette. Jakob deed een gelofte: ‘Als God mij op deze reis helpt en beschermt, voor eten en kleding zorgt zodat ik veilig zal terugkeren bij mijn vader, en als de HERE mijn God zal zijn, dan zal deze gedenksteen een heilige plaats, een huis van God zijn. Van alles wat God mij geeft, zal ik Hem een tiende deel teruggeven.’
Lees Genesis 28
Luisteren Genesis 28
Delen
Alle vertalingen vergelijken: Genesis 28:16-22
Sla Bijbelteksten op, lees offline, bekijk onderwijsvideo's en meer!
Thuisscherm
Bijbel
Leesplannen
Video's