1 Korinthiërs 3:5-9
1 Korinthiërs 3:5-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door welke gij geloofd hebt, en dat, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft? Ik heb geplant, Apollos heeft nat gemaakt; maar God heeft den wasdom gegeven. Zo is dan noch hij, die plant, iets, noch hij, die nat maakt, maar God, Die den wasdom geeft. En die plant, en die nat maakt, zijn één; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid. Want wij zijn Gods medearbeiders; Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij.
1 Korinthiërs 3:5-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wie is Paulus dan, en wie is Apollos, anders dan dienaren, door wie u tot geloof gekomen bent, en dat zoals de Heere aan ieder van hen gegeven heeft? Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God heeft laten groeien. Dus is dan noch hij die plant iets, noch hij die begiet, maar God, Die laat groeien. En hij die plant en hij die begiet, zijn één, maar ieder zal zijn eigen loon ontvangen overeenkomstig zijn eigen inspanning. Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.
1 Korinthiërs 3:5-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Wat is dan Apollos? Of wat is Paulus? Dienaren, door wie gij tot geloof gekomen zijt, en wel zoals de Here dit aan een ieder geschonken heeft. Ik heb geplant, Apollos heeft begoten, maar God gaf de wasdom. Daarom, noch wie plant, noch wie begiet, betekent iets, maar God, die de wasdom geeft. Wie plant en wie begiet, staan gelijk; alleen zal elk zijn eigen loon krijgen naar zijn eigen werk. Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij.
1 Korinthiërs 3:5-9 Het Boek (HTB)
Wie is Apollos en wie ben ik? God heeft ons willen gebruiken om u tot het geloof in Christus te brengen, ieder van ons zoals de Here het ons opgedragen heeft. Ik heb het geloof in u geplant, Apollos heeft het verder verzorgd, maar alleen God kon het laten groeien. De planter en de verzorger zijn niet belangrijk, maar God wel. Hij geeft de groei. De planter en de verzorger kunnen niet zonder elkaar. Zij krijgen allebei de beloning die hun toekomt, afhankelijk van het werk dat zij deden. Wij zijn Gods medewerkers en u bent Gods akker. Of anders gezegd: Gods gebouw.
1 Korinthiërs 3:5-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want wat zijn Apollos en Paulus? Gewoon dienaren [ van God ] door wie jullie in Jezus zijn gaan geloven! We hebben allebei het werk gedaan dat we van de Heer moesten doen. Ik heb [ het geloof in jullie hart ] geplant. Apollos heeft [ jullie geloof ] verzorgd. Maar God zorgde voor de groei [ van jullie geloof ]. Daarom is degene die plant niet belangrijk, en degene die verzorgt ook niet. Alleen God is belangrijk, want Hij zorgt voor de groei. Maar de planter en de verzorger zijn wel allebei nodig. En allebei zullen ze hun eigen beloning krijgen voor het werk dat ze hebben gedaan. Zo zijn wij dus Gods medewerkers. En jullie zijn Gods akker [ waarop Híj werkt ]. [ Je zou ook kunnen zeggen: ] Jullie zijn Gods gebouw.