1 Koningen 21:17-23
1 Koningen 21:17-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Doch het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, den Thisbiet, zeggende: Maak u op, ga henen af, Achab, den koning van Israël, tegemoet, die in Samaria is; zie hij is in den wijngaard van Naboth, waarhenen hij afgegaan is, om dien erfelijk te bezitten. En gij zult tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: Hebt gij doodgeslagen, en ook een erfelijke bezitting ingenomen? Daartoe zult gij tot hem spreken, zeggende: Alzo zegt de HEERE: In plaats dat de honden het bloed van Naboth gelekt hebben, zullen de honden uw bloed lekken, ja het uwe! En Achab zeide tot Elia: Hebt gij mij gevonden, o, mijn vijand? En hij zeide: Ik heb u gevonden, overmits gij uzelven verkocht hebt, om te doen dat kwaad is in de ogen des HEEREN. Zie, Ik zal kwaad over u brengen, en uw nakomelingen wegdoen; en Ik zal van Achab uitroeien wat mannelijk is, mitsgaders den beslotene en verlatene in Israël. En Ik zal uw huis maken gelijk het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat, en gelijk het huis van Baësa, den zoon van Ahia; om de terging, waarmede gij Mij getergd hebt, en dat gij Israël hebt doen zondigen. Verder ook over Izébel sprak de HEERE, zeggende: De honden zullen Izébel eten, aan den voorwal van Jizreël.
1 Koningen 21:17-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar het woord van de HEERE kwam tot Elia, de Tisbiet: Sta op, daal af, Achab, de koning van Israël, tegemoet, die in Samaria woont. Zie, hij is in de wijngaard van Naboth, waarheen hij afgedaald is om die in bezit te nemen. En u moet tegen hem zeggen: Zo zegt de HEERE: Hebt u een moord gepleegd en ook iemands land in bezit genomen? Verder moet u tot hem spreken: Zo zegt de HEERE, op de plaats waar de honden het bloed van Naboth opgelikt hebben, zullen de honden uw bloed oplikken, ja, het uwe! En Achab zei tegen Elia: Hebt u mij gevonden, mijn vijand? Hij zei: Ik heb u gevonden, omdat u uzelf verkocht hebt om te doen wat slecht is in de ogen van de HEERE. Zie, Ik breng onheil over u. Ik zal uw nakomelingen wegvagen, en Ik zal van Achab alle mannen uitroeien, zowel de gebondene als de vrije in Israël. Ik zal uw huis maken als het huis van Jerobeam, de zoon van Nebat, en als het huis van Baësa, de zoon van Ahia, vanwege uw tergen, waarmee u Mij tot toorn hebt verwekt en Israël hebt doen zondigen. En verder sprak de HEERE over Izebel: De honden zullen Izebel opeten bij de vestingwal van Jizreël.
1 Koningen 21:17-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen kwam het woord des HEREN tot de Tisbiet Elia: Maak u gereed, ga Achab, de koning van Israël, die te Samaria woont, tegemoet; zie, hij is in de wijngaard van Nabot, waarheen hij gegaan is om die in bezit te nemen. Dan zult gij tot hem spreken: zo zegt de HERE: hebt gij gemoord en ook in bezit genomen? Voorts zult gij tot hem spreken: zo zegt de HERE: ter plaatse, waar de honden het bloed van Nabot gelekt hebben, zullen de honden ook uw bloed lekken. Toen zeide Achab tot Elia: Hebt gij mij gevonden, mijn vijand? Daarop zeide hij: Ik heb u gevonden, omdat gij u verkocht hebt om te doen wat kwaad is in de ogen des HEREN. Zie, Ik doe onheil over u komen en Ik zal u wegvegen en Ik zal van Achab allen van het mannelijk geslacht uitroeien, van hoog tot laag in Israël. Dan zal Ik uw huis gelijk maken aan dat van Jerobeam, de zoon van Nebat, en aan dat van Basa, de zoon van Achia, wegens de ergernis die gij hebt verwekt, waardoor gij Israël hebt doen zondigen. En ook aangaande Izebel heeft de HERE gesproken: de honden zullen Izebel verslinden aan de voorwal van Jizreël.
1 Koningen 21:17-23 Het Boek (HTB)
Maar de HERE zei tegen Elia: ‘Ga naar Samaria en zoek koning Achab op. Hij is te vinden bij de wijngaard van Naboth, want die wil hij in bezit nemen. Geef hem de volgende boodschap van Mij door: “Is het vermoorden van Naboth nog niet erg genoeg? Moet u hem ook nog beroven? Omdat u dit hebt gedaan, zullen de honden uw bloed oplikken, net zoals zij Naboths bloed hebben opgelikt.” ’ ‘Dus mijn vijand heeft mij gevonden,’ riep Achab Elia toe. ‘Ja,’ antwoordde Elia, ‘ik ben hier gekomen om Gods vloek over u uit te spreken, omdat u alleen nog maar doet wat kwaad is in de ogen van de HERE. De HERE gaat een ramp over u brengen en zal u uitroeien, geen van uw mannelijke nakomelingen, van hoog tot laag, zal het overleven. Hij gaat uw familie vernietigen, net zoals dat gebeurde met de families van koning Jerobeam en koning Baësa. U hebt zijn toorn opgewekt en heel Israël aangevoerd bij het zondigen. De HERE heeft ook gezegd dat de honden van Jizreël uw vrouw Izébel zullen verscheuren bij de stadsmuur.
1 Koningen 21:17-23 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen zei de Heer tegen Elia uit Tisbe: "Ga naar koning Achab in Samaria. Hij is in de wijngaard van Nabot. Hij heeft die voor zichzelf genomen. Zeg tegen hem: 'Eerst iemand vermoorden en dan zijn land in bezit nemen? Dit zegt Heer: Op de plaats waar de honden het bloed van Nabot hebben opgelikt, zullen ze ook uw bloed oplikken.' " Toen Achab Elia zag, zei hij: "Zo, vijand, kom je me weer eens opzoeken?" Elia antwoordde: "Ik kom u opzoeken, omdat u echt helemaal niet wil leven zoals de Heer het wil. Nu zegt de Heer: 'Ik zal ervoor zorgen dat het slecht met u zal aflopen. En Ik zal alle mannen van uw familie vernietigen, van hoog tot laag. Met uw familie zal hetzelfde gebeuren als met de familie van koning Jerobeam en de familie van koning Baësa. Want u heeft Mij woedend gemaakt en u heeft ervoor gezorgd dat Israël ongehoorzaam aan Mij werd.' Over Izebel heeft de Heer gezegd: 'De honden zullen haar opeten bij de muur van Jizreël.'