1 Petrus 4:1-5
1 Petrus 4:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daar Christus dan naar het vlees geleden heeft, moet ook gij u wapenen met dezelfde gedachte, dat, wie naar het vlees geleden heeft, onttrokken is aan de zonde, om niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God de tijd, die nog rest in het vlees, te leven. Want er is tijd genoeg voorbijgegaan met het volbrengen van de wil der heidenen, toen gij wandeldet in allerlei losbandigheid, begeerten, dronkenschap, brassen, drinken en onzedelijke afgoderij. Daarom bevreemdt het hen, dat gij u niet met hen stort in diezelfde poel van liederlijkheid, en zij belasteren u; maar zij zullen daarvan rekenschap moeten geven aan Hem, die gereed staat om levenden en doden te oordelen.
1 Petrus 4:1-5 Het Boek (HTB)
Omdat Christus voor ons geleden heeft en gestorven is, moeten wij ons wapenen met dezelfde innerlijke overtuiging als Hij. Want wie in dit bestaan geleden heeft, houdt op met zondigen. Zo iemand laat zich gedurende de rest van zijn leven niet meer leiden door de slechte verlangens van de zonde, maar de wil van God doen. Er is genoeg tijd verknoeid met wat de ongelovigen fijn vinden: losbandigheid en verkeerde begeerten, drinkfestijnen, eetgelagen en onzedelijke feesten voor afgoden. Uw vroegere vrienden zullen het natuurlijk raar vinden als u niet meer meedoet met hun uitspattingen. Zij zullen u uitmaken voor alles wat lelijk is. Maar zij zullen zich moeten verantwoorden voor de grote Rechter die over de levenden en de doden oordeelt.
1 Petrus 4:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Dewijl dan Christus voor ons in het vlees geleden heeft, zo wapent gij u ook met dezelfde gedachte, namelijk dat wie in het vlees geleden heeft, die heeft opgehouden van de zonde; Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven. Want het is ons genoeg, dat wij den voorgaande tijd des levens der heidenen wil volbracht hebben, en gewandeld hebben in ontuchtigheden, begeerlijkheden, wijnzuiperijen, brasserijen, drinkerijen en gruwelijke afgoderijen; Waarin zij zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid, en u lasteren; Dewelke zullen rekenschap geven Dengene, Die bereid staat om te oordelen de levenden en de doden.
1 Petrus 4:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
Welnu, omdat Christus voor ons in het vlees geleden heeft, moet ook u zich wapenen met dezelfde gedachte: wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met het dienen van de zonde, om nu, in de tijd die ons nog overblijft in het vlees, niet meer naar de begeerten van mensen, maar naar de wil van God te leven. Want wij hebben de voorgaande tijd van ons leven lang genoeg de wil van de heidenen gedaan en gewandeld in uitingen van losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij. Daarbij bevreemdt het hun dat u niet meeloopt in dezelfde uitbarsting van losbandigheid, en zij belasteren u. Maar zij zullen rekenschap moeten afleggen aan Hem Die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen.
1 Petrus 4:1-5 BasisBijbel (BB)
Christus heeft dus als mens voor ons geleden. Daarom moeten jullie zelf ook bereid zijn om net als Hij te lijden. Want als je in dit leven hebt geleden, doe je niet meer mee met het kwaad. Zo hoef je de rest van de tijd die je nog op aarde leeft niet meer te luisteren naar de verlangens van je oude 'ik'. Je kan nu leven zoals God het wil. Want in de tijd dat jullie er nog op los leefden, hebben jullie genoeg tijd verspild met het doen van wat de ongelovigen graag doen. Jullie deden wat jullie wilden. Dat waren allerlei walgelijke dingen. Jullie werden dronken, deden op het gebied van seks alles waar jullie maar zin in hadden, hielden wilde feesten, dienden allerlei walgelijke afgoden. De ongelovigen vinden het vreemd dat jullie daar nu niet meer aan meedoen. Daarom zeggen ze nu lelijke dingen van jullie. Op een dag zal God hen daarvoor straffen. Binnenkort zal Hij rechtspreken. Niet alleen over de levenden, maar ook over de doden.