1 Samuël 12:19-25
1 Samuël 12:19-25 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En al het volk zeide tot Samuël: Bid voor uw knechten den HEERE, uw God, dat wij niet sterven; want boven al onze zonden hebben wij dit kwaad daartoe gedaan, dat wij voor ons een koning begeerd hebben. Toen zeide Samuël tot het volk: Vreest niet, gij hebt al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet van achter den HEERE af, maar dient den HEERE met uw ganse hart. En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden navolgen, die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden. Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, om Zijns groten Naams wil, dewijl het den HEERE beliefd heeft, ulieden Zich tot een volk te maken. Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen den HEERE zou zondigen, dat ik zou aflaten voor ulieden te bidden; maar ik zal u den goeden en rechten weg leren. Vreest slechts den HEERE, en dient Hem trouwelijk met uw ganse hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft! Maar indien gij voortaan kwaad doet, zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen.
1 Samuël 12:19-25 Herziene Statenvertaling (HSV)
En heel het volk zei tegen Samuel: Bid voor uw dienaren tot de HEERE, uw God, dat wij niet sterven; want boven al onze zonden hebben wij ook nog dit kwaad gedaan dat wij een koning voor ons verlangd hebben. Toen zei Samuel tegen het volk: Wees niet bevreesd, u hebt al dit kwaad wel gedaan, maar wijk niet langer van achter de HEERE af, en dien de HEERE met uw hele hart. Wijk niet af door de nietige afgoden na te volgen, die niet van nut zijn en niet kunnen redden, want zij zijn nietigheden. Want de HEERE zal Zijn volk niet verlaten, omwille van Zijn grote Naam, omdat het de HEERE behaagd heeft u voor Hem tot een volk te maken. En wat mij betreft, er is bij mij geen sprake van dat ik tegen de HEERE zou zondigen door op te houden voor u te bidden; maar ik zal u de goede en juiste weg leren. Vrees alleen de HEERE, en dien Hem trouw met uw hele hart, want zie welke grote dingen Hij bij u gedaan heeft. Maar indien u het kwade blijft doen, dan zult u weggevaagd worden, zowel u als uw koning.
1 Samuël 12:19-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
en het gehele volk zeide tot Samuël: Bid voor uw knechten tot de HERE, uw God, opdat wij niet sterven, want aan al onze zonden hebben wij nog kwaad toegevoegd door voor ons een koning te vragen. En Samuël zeide tot het volk: Vreest niet; wel hebt gij al dit kwaad bedreven, maar wijkt niet langer van de HERE af, dient de HERE met uw ganse hart. Gij zult niet afwijken achter de ijdelheden, die baten noch redden kunnen; slechts ijdelheid zijn zij. Want de HERE zal zijn volk niet verstoten, om der wille van zijn grote naam. De HERE heeft immers verkozen u tot zijn volk te maken. Wat mij betreft, het zij verre van mij, dat ik tegen de HERE zou zondigen door op te houden voor u te bidden; ik zal u de goede en rechte weg leren. Vreest slechts de HERE en dient Hem trouw met uw ganse hart, want ziet, welke grote dingen Hij onder u gedaan heeft. Maar indien gij toch kwaad doet, zult gij zowel als uw koning weggevaagd worden.
1 Samuël 12:19-25 Het Boek (HTB)
‘Bid toch tot de HERE uw God, voor ons, uw knechten, anders zullen wij sterven!’ riepen zij Samuël toe. ‘Nu hebben wij naast al onze andere zonden opnieuw gezondigd door ook nog om een koning te vragen.’ ‘Wees niet bang,’ antwoordde Samuël. ‘U hebt inderdaad gezondigd, maar zorg er in het vervolg voor dat u de HERE met heel uw hart dient en dat u Hem op geen enkele manier links laat liggen. Afgoden kunnen u niet helpen, omdat ze niets voorstellen. De HERE zal zijn uitverkoren volk niet in de steek laten, want dan zou Hij zijn grote naam te kort doen. Hij maakte u immers tot zijn eigen volk, omdat Hij dat zo wilde! En wat mij betreft, ik zou niet willen zondigen tegen de HERE door niet meer voor u te bidden. Ik zal ook gewoon doorgaan met u te leren over de dingen die rechtvaardig en goed zijn. Heb alleen ontzag voor de HERE en dien Hem trouw, denk aan al die geweldige dingen die Hij voor u heeft gedaan. Maar als u toch blijft doorgaan met zondigen, zullen u en uw koning worden vernietigd.’
1 Samuël 12:19-25 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
En ze zeiden tegen Samuel: "Bid alstublieft voor ons tot uw Heer God, zodat wij niet zullen sterven. We hebben toch al zoveel verkeerde dingen gedaan, en nu hebben we het nog erger gemaakt door om een koning te vragen." Samuel zei tegen het volk: "Wees niet bang. Jullie hebben inderdaad verkeerd gedaan. Maar wees dan nu niet langer ongehoorzaam aan de Heer. Dien Hem met je hele hart. Aanbid geen afgoden meer. Die kunnen niets voor jullie doen en kunnen jullie niet redden. Het zijn nutteloze beelden. Maar de Heer zal zijn volk niet verlaten, vanwege zijn eigen eer. Hij had immers besloten dat jullie zijn eigen volk zouden zijn. Wat mij betreft, ik zal voor jullie blijven bidden. Want anders zou ik ongehoorzaam zijn aan de Heer. Ik zal jullie blijven leren hoe jullie moeten leven zoals de Heer het wil. Blijf diep ontzag voor de Heer hebben. Dien Hem trouw met je hele hart. Jullie weten immers zelf wat een geweldige dingen Hij voor jullie heeft gedaan. Maar als jullie verkeerde dingen doen, zullen jullie samen met je koning vernietigd worden."