1 Samuël 17:17-20
1 Samuël 17:17-20 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Isaï zeide tot zijn zoon David: Neem toch voor uw broeders een efa van dit geroost koren, en deze tien broden, en breng ze terloops in het leger tot uw broederen. Maar breng deze tien melkkazen aan de overste over duizend; en gij zult uw broederen bezoeken, of het hun welga, en gij zult van hen pand medenemen. Saul nu, en zij, en alle mannen van Israël waren bij het eikendal met de Filistijnen strijdende. Toen maakte zich David des morgens vroeg op, en hij liet de schapen bij den hoeder, en hij nam het op, en ging henen, gelijk als Isaï hem bevolen had; en hij kwam aan den wagenburg, als het heir in slagorde uittoog, en men ten strijde riep.
1 Samuël 17:17-20 Het Boek (HTB)
Op een dag zei Isaï tegen David: ‘Breng een grote zak geroosterd koren en deze tien broden naar je broers. Geef deze tien stukken kaas aan hun commandanten en vraag hoe je broers het maken. Neem een levensteken van hen mee terug!’ Saul, de broers van David en de rest van het Israëlitische leger lagen nog steeds bij het Terebintendal. De volgende morgen in alle vroegte liet David de schapen onder de hoede van een andere herder achter en vertrok met de geschenken. Hij bereikte de rand van het kamp net op het moment dat het Israëlitische leger onder het slaken van oorlogskreten naar het strijdtoneel trok.
1 Samuël 17:17-20 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Isaï zei tegen zijn zoon David: Neem toch voor je broers een efa van dit geroosterd koren en deze tien broden, en breng ze snel bij je broers in het leger, en breng deze tien melkkazen naar de bevelhebber over duizend. En bezoek je broers om te zien of het goed met hen gaat, en neem een levensteken van hen mee terug. Saul en zij, en alle mannen van Israël, zijn in het Eikendal in strijd gewikkeld met de Filistijnen. Toen stond David 's morgens vroeg op, hij liet de schapen bij een hoeder, nam het voedsel en ging op weg zoals Isaï hem bevolen had. Hij kwam bij het wagenkamp aan toen het leger uittrok naar de gevechtslinie en men het ten strijde riep.
1 Samuël 17:17-20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Isaï zeide tot zijn zoon David: Neem toch voor uw broeders een efa van dit geroosterd koren en deze tien broden en breng ze vlug naar de legerplaats, naar uw broeders. En deze tien melkkazen moet gij aan de overste over duizend brengen; en gij moet gaan zien hoe uw broeders het maken en breng van hen een pand mee. Saul en zij en alle mannen van Israël zijn in het Terebintendal in strijd gewikkeld met de Filistijnen. Toen stond David des morgens vroeg op, liet de schapen achter bij een wachter, laadde op en ging heen, zoals Isaï hem bevolen had. Hij kwam bij de wagenburg, juist toen het leger uittrok om zich in slagorde te scharen en de strijdkreet aanhief.
1 Samuël 17:17-20 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Isaï zei tegen zijn zoon David: "Ga snel naar je broers in het legerkamp en breng ze geroosterd graan en tien broden. En geef deze tien kazen aan hun aanvoerder. Ga kijken of het goed gaat met je broers. Breng iets van hen mee waaraan ik kan zien dat ze nog leven. Want Saul en alle Israëlieten zijn in het Eikendal in gevecht met de Filistijnen." David stond 's morgens vroeg op en liet de schapen achter bij een herder. Hij laadde het eten op een ezel en ging op weg, zoals Isaï hem gezegd had. Toen hij bij het kamp kwam, hief het leger juist de strijdkreet aan om zich te gaan opstellen.