1 Samuël 2:12-14
1 Samuël 2:12-14 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Doch de zonen van Eli waren kinderen Belials; zij kenden den HEERE niet. Want de wijze dier priesters met het volk was, dat, wanneer iemand een offerande offerde, des priesters jongen kwam, terwijl het vlees kookte, met een drietandigen krauwel in zijn hand; En sloeg in de teile, of in den ketel, of in de pan, of in den pot; al wat de krauwel optrok, dat nam de priester voor zich. Alzo deden zij aan al de Israëlieten, die te Silo kwamen.
1 Samuël 2:12-14 Herziene Statenvertaling (HSV)
De zonen van Eli echter waren verdorven mannen; zij kenden de HEERE niet. Want de handelwijze van deze priesters met het volk was aldus: wanneer iemand een offer bracht, kwam de knecht van de priester, terwijl het vlees kookte, met een drietandige vork in zijn hand, stak die in de kookpot, in de ketel, in de pan of in de pot, en alles wat de vork dan optrok, nam de priester voor zichzelf. Zo deden zij met al de Israëlieten die daar in Silo kwamen.
1 Samuël 2:12-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De zonen van Eli nu waren nietswaardige lieden; zij rekenden niet met de HERE, noch met het recht der priesters tegenover het volk. Telkens wanneer iemand een slachtoffer bracht, kwam, zodra men het vlees ging koken, de knecht van de priester, met een drietandige vork in zijn hand en stak die in de pot of in de pan of in de ketel of in de kookpot; al wat de vork naar boven bracht, nam de priester voor zich. Zo behandelden zij alle Israëlieten, die daar te Silo kwamen.
1 Samuël 2:12-14 Het Boek (HTB)
De zonen van Eli waren slechte mannen die niets om de HERE gaven, en ze maakten misbruik van hun priesterrechten. Zo gebeurde het regelmatig dat zij hun dienaar eropuit stuurden wanneer iemand een offer bracht. Terwijl het vlees van het offerdier werd gekookt, stak de dienaar een driepuntige vleeshaak in de pot waarbij alles wat aan de haak omhoog kwam voor de zonen van Eli was. Alle Israëlieten die naar Silo kwamen om te aanbidden, werden op die manier behandeld.
1 Samuël 2:12-14 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Maar de zonen van Eli waren slecht. Ze trokken zich helemaal niets aan van de Heer. Ook niet van de wetten voor de priesters. Steeds als iemand een vlees-offer kwam brengen, kwam de knecht van de priester zodra de mensen het vlees gingen koken. Hij stak dan een grote vork in de pot, pan of ketel. Alles wat aan de vork naar boven kwam, nam hij mee voor de priester. Dat deden ze bij alle Israëlieten die daar in Silo kwamen.