1 Samuël 3:1-5
1 Samuël 3:1-5 Het Boek (HTB)
De jonge Samuël diende de HERE onder toezicht van Eli. De HERE sprak in die tijd maar zelden door een profetie. Op een nacht lag Eli op bed. Hij was op hoge leeftijd en al bijna blind. Samuël lag te slapen in de buurt van de ark in het heiligdom. Terwijl de godslamp al bijna uit was, riep de HERE: ‘Samuël! Samuël!’ ‘Ja, wat is er?’ reageerde Samuël. Hij sprong uit bed en liep snel naar Eli. ‘Hier ben ik. Waarom riep u mij?’ vroeg hij Eli. ‘Ik heb je niet geroepen,’ zei Eli. ‘Ga maar weer terug naar bed.’ Samuël deed dat.
1 Samuël 3:1-5 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En de jongeling Samuël diende den HEERE voor het aangezicht van Eli; en het woord des HEEREN was dierbaar in die dagen; er was geen openbaar gezicht. En het geschiedde te dien dage, als Eli op zijn plaats nederlag (en zijn ogen begonnen donker te worden, dat hij niet zien kon), En Samuël zich ook nedergelegd had, eer de lampe Gods uitgedaan werd, in den tempel des HEEREN, waar de ark Gods was, Dat de HEERE Samuël riep; en hij zeide: Zie, hier ben ik. En hij liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Doch hij zeide: Ik heb niet geroepen, keer weder, leide u neder. En hij ging heen en legde zich neder.
1 Samuël 3:1-5 Herziene Statenvertaling (HSV)
En de jonge Samuel diende de HEERE onder toezicht van Eli. Het woord van de HEERE was schaars in die dagen; er kwam geen visioen openbaar. Het gebeurde op zekere dag, toen Eli op zijn slaapplaats lag – zijn ogen begonnen zwak te worden, zodat hij niet meer kon zien – en toen ook Samuel zich te slapen gelegd had, voordat de lamp van God gedoofd werd in de tempel van de HEERE, waar de ark van God was, dat de HEERE Samuel riep. En hij zei: Zie, hier ben ik. Hij snelde naar Eli en zei: Zie, hier ben ik, want u hebt mij geroepen. Maar die zei: Ik heb niet geroepen, ga terug en ga weer liggen. En hij ging weg en ging weer liggen.
1 Samuël 3:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
De jonge Samuël was in de dienst des HEREN onder toezicht van Eli. Nu was in die dagen het woord des HEREN schaars; gezichten waren niet talrijk. In die tijd had Eli zich eens op zijn gewone plaats te ruste begeven – zijn ogen begonnen zwak te worden, hij kon niet meer zien. Nog was de lamp Gods niet uitgegaan. Samuël had zich te ruste begeven in de tempel des HEREN waar de ark Gods was. Toen riep de HERE Samuël, en hij zeide: Hier ben ik. Toen snelde hij naar Eli en zeide: Hier ben ik, gij hebt mij immers geroepen. Doch deze zeide: Ik heb niet geroepen, leg u weer neer. Toen ging hij heen en legde zich weer neer.
1 Samuël 3:1-5 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
De jonge Samuel diende de Heer. Hij hielp Eli bij het werk. In die tijd kwam er maar zelden een woord van de Heer. De Heer liet ook zelden iets in dromen zien. Op een keer lag Eli in zijn kamer te slapen. Zijn ogen waren zó slecht geworden, dat hij niet meer kon zien. Ook Samuel lag te slapen. De lamp van God, in de tent van de Heer waar de kist van het verbond stond, was nog niet uitgegaan. Toen riep de Heer Samuel. Samuel zei: "Hier ben ik." Daarna liep hij snel naar Eli en zei: "Hier ben ik. U heeft mij toch geroepen?" Maar Eli zei: "Ik heb je niet geroepen. Ga maar weer naar bed."