1 Samuël 8:5-6
1 Samuël 8:5-6 BasisBijbel (BB)
Ze zeiden tegen hem: "U bent oud geworden en uw zonen leven niet zoals u. Geef ons alstublieft een koning om ons te leiden, net als de andere volken hebben." Samuel was het er niet mee eens dat ze een koning wilden hebben. Hij bad erover tot de Heer.
1 Samuël 8:5-6 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben. Maar dit woord was kwaad in de ogen van Samuël, als zij zeiden: Geef ons een koning, om ons te richten. En Samuël bad den HEERE aan.
1 Samuël 8:5-6 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zij zeiden tegen hem: Zie, u bent oud geworden en uw zonen gaan niet in uw wegen. Stel daarom een koning over ons aan om ons leiding te geven, zoals alle volken. Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons leiding te geven, was dit woord kwalijk in de ogen van Samuel. En Samuel bad tot de HEERE.
1 Samuël 8:5-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
en zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden en uw zonen wandelen niet in uw wegen; stel nu een koning over ons aan om ons te richten, als bij alle andere volken. Toen zij zeiden: Geef ons een koning om ons te richten, mishaagde dat aan Samuël, en hij bad tot de HERE.
1 Samuël 8:5-6 Het Boek (HTB)
Zij vertelden hem dat er veel was veranderd sinds hij zich had teruggetrokken, omdat zijn zonen slechte mannen waren. ‘Geef ons een koning, net als de andere volken,’ pleitten zij. Samuël was geschokt dat het volk een koning wilde en wendde zich tot de HERE om raad.