1 Thessalonicenzen 4:9-12
1 Thessalonicenzen 4:9-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Over de broederliefde is het niet nodig u te schrijven; immers, gij hebt zelf van God geleerd elkander lief te hebben; gij doet dat dan ook ten aanzien van alle broeders in geheel Macedonië. Maar wij vermanen u, broeders, dit nog veel meer te doen, en er een eer in te stellen rustig te blijven en uw eigen zaken te behartigen en met uw handen te werken, zoals wij u bevolen hebben, opdat gij u behoorlijk gedraagt ten aanzien van hen, die buiten staan, zonder iets nodig te hebben.
1 Thessalonicenzen 4:9-12 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ik hoef jullie niet meer te schrijven dat jullie van je broeders en zusters in Tessalonika moeten houden. Want dat hebben jullie zelf al van God geleerd. En jullie houden ook van de broeders en zusters in heel Macedonië. Maar we moedigen jullie aan om nog meer van hen te houden. Blijf ook rustig je werk doen. Ik wil dat jullie je eigen brood verdienen. Dat hebben we jullie al eerder gezegd. Want dat is de goede houding tegenover de mensen die niet geloven. Zo hebben jullie niets van hen nodig.
1 Thessalonicenzen 4:9-12 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gij zelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben. Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonië zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt; En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben; Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt.
1 Thessalonicenzen 4:9-12 Herziene Statenvertaling (HSV)
Wat nu de broederliefde betreft, hebt u het niet nodig dat ik u schrijf, want u bent zelf door God onderwezen om elkaar lief te hebben. Want u doet dat ook ten opzichte van alle broeders die in heel Macedonië zijn. Wij roepen u er echter toe op, broeders, dat nog veel meer te doen, en er een eer in te stellen rustig te zijn en uw eigen zaken te behartigen en te werken met uw eigen handen, zoals wij u bevolen hebben, opdat u op een gepaste wijze wandelt ten opzichte van hen die buitenstaan, en niets nodig hebt.
1 Thessalonicenzen 4:9-12 Het Boek (HTB)
Over de liefde van christenen onderling hoef ik u niet te schrijven. God Zelf heeft u geleerd hoe u elkaar moet liefhebben. Dat blijkt wel uit uw houding tegenover de christenen in heel Macedonië. Toch willen wij u er nadrukkelijk op wijzen dat die liefde moet blijven groeien. Zet u volledig in om een rustig leven te leiden, bemoei u met uw eigen zaken en verdien uw eigen boterham, zoals we dat al eerder hebben gezegd. Dan zullen buitenstaanders u vertrouwen en respecteren en u zult bij niemand uw hand hoeven ophouden.