2 Kronieken 20:17-18
2 Kronieken 20:17-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Niet gij zult hierbij behoeven te strijden: stelt u op, blijft staan, dan zult gij zien, dat de HERE u de overwinning geeft. Juda en Jeruzalem, weest niet bevreesd en wordt niet verschrikt; morgen moet gij tegen hen uittrekken, de HERE is met u. Toen boog Josafat zich neer met het aangezicht ter aarde, en geheel Juda en de inwoners van Jeruzalem wierpen zich neer voor het aangezicht des HEREN, om de HERE te aanbidden.
2 Kronieken 20:17-18 Het Boek (HTB)
Maar u zult niet hoeven te vechten. Neem uw plaatsen in, blijf staan en kijk toe hoe God u allen op een wonderlijke manier gaat redden, inwoners van Juda en Jeruzalem! Wees niet bang of ontmoedigd. Ga hen morgen tegemoet, want de HERE staat aan uw kant!” ’ Koning Josafat liet zich met het gezicht naar beneden op de grond vallen en alle inwoners van Juda en Jeruzalem volgden zijn voorbeeld. Samen aanbaden zij de HERE.
2 Kronieken 20:17-18 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Gij zult in dezen strijd niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het heil des HEEREN met u, o Juda en Jeruzalem! Vreest niet, en ontzet u niet, gaat morgen uit, hun tegen, want de HEERE zal met u wezen. Toen neigde zich Josafat met het aangezicht ter aarde; en gans Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht des HEEREN, aanbiddende den HEERE.
2 Kronieken 20:17-18 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HEERE dat met u is, Juda en Jeruzalem. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Trek morgen tegen hen op, want de HEERE zal met u zijn. Toen boog Josafat zich met het gezicht ter aarde, en heel Juda en de inwoners van Jeruzalem vielen voor het aangezicht van de HEERE neer en bogen zich neer voor de HEERE.
2 Kronieken 20:17-18 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jullie zullen niet hoeven te strijden. Blijf daar gewoon staan. Dan zullen jullie zien hoe Ik jullie red. Bewoners van Juda en Jeruzalem, jullie hoeven niet bang te zijn. Trek morgen op en Ik zal met jullie zijn." Josafat boog zich op de grond neer. Alle anderen deden hetzelfde en aanbaden de Heer.