2 Koningen 5:11
2 Koningen 5:11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Maar Naäman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mij zelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen.
2 Koningen 5:11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar Naäman werd erg kwaad en ging weg; hij zei: Zie, ik zei bij mijzelf: Hij zal vast en zeker naar buiten komen, voor mij gaan staan, de Naam van de HEERE, zijn God, aanroepen, zijn hand over de plaats strijken en de melaatsheid wegnemen.
2 Koningen 5:11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen werd Naäman toornig en ging heen, terwijl hij zeide: Zie, ik dacht bij mijzelf: hij zal zeker naar buiten komen en daar gaan staan en de naam van de HERE, zijn God, aanroepen en zijn hand over de plek heen en weer bewegen en zo de melaatsheid wegnemen.
2 Koningen 5:11 Het Boek (HTB)
Maar dat zinde Naäman helemaal niet en hij vertrok woedend. ‘Dat is me wat moois! Die man zou toch op zʼn minst naar buiten kunnen komen om mij te woord te staan. Ik verwachtte dat hij met zijn hand over de melaatse plekken zou strijken, de HERE, zijn God, zou aanroepen en mij zou genezen.