2 Samuël 21:6-7
2 Samuël 21:6-7 BasisBijbel (BB)
Geef ons daarom zeven mannen uit de familie van Saul. Dan zullen wij hén doden. We zullen hen ophangen in Gibea, Sauls woonplaats. Dan is Sauls schuld weggenomen en zal de Heer weer goed zijn voor het land." En de koning zei: "Ik zal jullie die zeven mannen geven." Maar de koning redde Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, omdat hij Jonatan had gezworen dat hij goed zou zijn voor zijn zoon.
2 Samuël 21:6-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Laat ons zeven mannen van zijn zonen gegeven worden, dat wij hen den HEERE ophangen te Gibea Sauls, o, gij verkorene des HEEREN! En de koning zeide: Ik zal hen geven. Doch de koning verschoonde Mefiboseth, den zoon van Jonathan, den zoon van Saul, om den eed des HEEREN, die tussen hen was, tussen David en tussen Jonathan, Sauls zoon.
2 Samuël 21:6-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
laat ons van zijn zonen zeven mannen gegeven worden, zodat wij hen voor de HEERE ophangen in Gibea van Saul, verkozene van de HEERE. En de koning zei: Ík zal hen geven. Maar de koning spaarde Mefiboseth, de zoon van Jonathan, de zoon van Saul, vanwege de eed bij de HEERE, die tussen hen was, tussen David en Jonathan, de zoon van Saul.
2 Samuël 21:6-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
laat ons uit zijn zonen zeven mannen gegeven worden, opdat wij hen ophangen, voor de HERE, in het Gibea van Saul, de uitverkorene des HEREN. En de koning zeide: Ik zal hen geven. Maar de koning spaarde Mefiboset, de zoon van Jonatan, de zoon van Saul, vanwege de eed bij de HERE, die hen, David en Jonatan, de zoon van Saul, verbond.
2 Samuël 21:5-7 Het Boek (HTB)
Hun antwoord luidde: ‘Geef ons zeven zonen van Saul, de man die zijn uiterste best deed ons te vernietigen. Wij zullen hen voor de HERE in Gibeon, de stad van koning Saul, ophangen.’ De koning stemde daarmee in. Hij spaarde Jonathans zoon Mefiboseth, die een kleinzoon van Saul was, wegens de eed tussen hem en Jonathan.