Handelingen 13:21-23
Handelingen 13:21-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
En van toen af vroegen zij om een koning, en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam van Benjamin, gedurende veertig jaar. En nadat Hij hem had afgezet, verwekte Hij David voor hen tot koning; Hij gaf ook getuigenis van hem met de woorden: Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar Mijn hart, die alles zal doen wat Ik wil. Uit zijn nageslacht heeft God voor Israël, volgens de belofte, de Zaligmaker Jezus doen voortkomen
Handelingen 13:21-23 Het Boek (HTB)
Toen wilden zij een koning hebben. God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam van Benjamin. Maar na veertig jaar zette God hem af en gaf hun een nieuwe koning, David. “Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden,” zei Hij, “een man naar mijn hart, die altijd zal doen wat Ik hem vraag”. Een van Davids nakomelingen, Jezus, is de Redder die door God aan Israël beloofd was.
Handelingen 13:21-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En van toen aan begeerden zij een koning; en God gaf hun Saul, den zoon van Kis, een man uit den stam van Benjamin, veertig jaren. En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den zoon van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen. Van het zaad dezes heeft God Israël, naar de belofte, verwekt den Zaligmaker Jezus
Handelingen 13:21-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En van toen af vroegen zij om een koning en God gaf hun Saul, de zoon van Kis, een man uit de stam Benjamin, veertig jaren lang; en nadat Hij deze verworpen had, verwekte Hij hun David als koning, wie Hij ook dit getuigenis gaf: Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden, een man naar mijn hart, die al mijn bevelen zal volbrengen. Uit zijn geslacht heeft God naar de belofte voor Israël de Heiland Jezus doen komen
Handelingen 13:21-23 BasisBijbel (BB)
Toen begonnen ze om een koning te vragen. God gaf hun toen Saul tot koning, de zoon van Kis, een man uit de stam van Benjamin. Hij regeerde 40 jaar. Maar God verliet Saul. Daarna gaf Hij hun David tot koning. Van David heeft Hij gezegd: 'Ik heb David, de zoon van Isaï, gevonden. Ik houd heel veel van hem, want hij zal Mij in alles gehoorzamen.' En God beloofde dat uit Davids familie de Redder van Israël geboren zou worden. En dat gebeurde ook. Dat was Jezus.