Handelingen 8:17-22
Handelingen 8:17-22 Het Boek (HTB)
Na het gebed legden zij hun de handen op en de volgelingen ontvingen de Heilige Geest. Toen Simon de Tovenaar zag dat de volgelingen de Heilige Geest ontvingen, doordat Petrus en Johannes hun handen op hen legden, bood hij de twee apostelen geld en zei: ‘Geef ook mij die macht, dan kan iedereen de Heilige Geest ontvangen als ik mijn handen op hem leg.’ ‘Uw geld zal u te gronde richten!’ antwoordde Petrus. ‘Wat God geeft, is niet te koop. U hebt hier part noch deel aan. U staat niet zuiver voor God. Vreselijk dat u met zoʼn voorstel aankomt. Kom toch tot inkeer en smeek God of Hij u wil vergeven dat u zoiets hebt bedacht.
Handelingen 8:17-22 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen legden zij de handen op hen, en zij ontvingen den Heiligen Geest. En als Simon zag, dat, door de oplegging van de handen der apostelen de Heilige Geest gegeven werd, zo bood hij hun geld aan, Zeggende: Geeft ook mij deze macht, opdat, zo wien ik de handen opleg, hij den Heiligen Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, omdat gij gemeend hebt, dat de gave Gods door geld verkregen wordt! Gij hebt geen deel noch lot in dit woord: want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u dan van deze uw boosheid, en bid God, of misschien u deze overlegging uws harten vergeven wierd.
Handelingen 8:17-22 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest. En toen Simon zag dat de Heilige Geest gegeven werd door middel van de handoplegging van de apostelen, bood hij hun geld aan, en zei: Geef ook mij deze macht, opdat eenieder wie ik de handen opleg, de Heilige Geest ontvangt. Maar Petrus zei tegen hem: Laat uw geld met u naar het verderf gaan, omdat u dacht dat Gods gave door geld verkregen wordt! U hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet oprecht voor God. Bekeer u dan van deze slechtheid van u en bid God of deze gedachte van uw hart u misschien vergeven wordt.
Handelingen 8:17-22 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de heilige Geest. En toen Simon zag, dat door de handoplegging der apostelen de Geest werd gegeven, bood hij hun geld aan, en zeide: Geef ook mij deze macht, opdat, als ik iemand de handen opleg, hij de heilige Geest ontvange. Maar Petrus zeide tot hem: Uw geld zij met u ten verderve, daar gij gemeend hebt de gave Gods voor geld te kunnen verwerven. Gij hebt part noch deel aan deze zaak, want uw hart is niet recht voor God. Bekeer u van deze uw boosheid en bid de Here, of deze toeleg van uw hart u moge vergeven worden
Handelingen 8:17-22 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen legden ze hun de handen op en de mensen ontvingen de Heilige Geest. Simon zag hoe de mensen de Heilige Geest kregen als de apostelen hun de handen oplegden. Toen wilde hij die macht van hen kopen. Hij zei: "Geef mij ook die macht om mensen de Heilige Geest te geven als ik hun de handen opleg." En hij bood hun geld aan. Maar Petrus zei tegen hem: "Het zal slecht aflopen met jou en je geld, als je denkt dat je dit geschenk van God met geld kan kopen! Jij hebt hier helemaal niets mee te maken, want je hart is niet eerlijk voor God! Stop hiermee en bid God dat Hij het je vergeeft.