Colossenzen 3:1-11
Colossenzen 3:1-11 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid. Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij, om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij erin leefdet. Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond. Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper, waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.
Colossenzen 3:1-11 Het Boek (HTB)
Nu u met Christus bent opgestaan uit de dood, moet u zich bezighouden met hemelse zaken. Want Christus zit daar nu op de allerhoogste plaats aan de rechterhand van God. Richt daarom uw gedachten op de dingen van de hemel en niet op die van de aarde. U bent immers al gestorven en uw leven is nu, samen met Christus, verborgen in God. Eens wanneer Christus, die ons leven is, zichtbaar voor iedereen zal terugkomen, zal blijken dat ook u deel hebt aan zijn glorierijke macht. Weg dan met alle aardse zonden, zoals seksuele zonden, vuiligheid, hartstocht, slechte verlangens en hebzucht. Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod. God zal de mensen die deze dingen doen vreselijk straffen. Vroeger, voor uw bekering, deed u deze dingen ook, maar nu mag er bij u geen sprake meer zijn van bitterheid, woede en boosaardigheid, van roddel en vuile taal. Lieg niet tegen elkaar, dat hoorde bij uw oude leven, waarmee u hebt afgerekend. Maar nu bent u een nieuwe mens, die nog steeds groeit en God beter leert kennen. Zo zult u meer en meer gaan lijken op God, die u gemaakt heeft. In dit nieuwe leven is het van geen enkel belang van welke nationaliteit of ras u bent en evenmin welke opleiding of maatschappelijke positie u hebt. Het gaat om Christus, die alles in allen is.
Colossenzen 3:1-11 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst. Om welke de toorn Gods komt over de kinderen der ongehoorzaamheid; In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld, toen gij in dezelve leefdet. Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid, kwaadheid, lastering, vuil spreken uit uwen mond. Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens met zijn werken, En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft; Waarin niet is Griek en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth, dienstknecht en vrije; maar Christus is alles en in allen.
Colossenzen 3:1-11 Herziene Statenvertaling (HSV)
Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Dood dan uw leden die op de aarde zijn: ontucht, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de ongehoorzamen. In deze dingen hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde. Maar nu, legt ook u dit alles af, namelijk toorn, woede, slechtheid, laster, en schandelijke taal uit uw mond. Lieg niet tegen elkaar, aangezien u de oude mens met zijn daden uitgetrokken hebt, en de nieuwe mens aangetrokken hebt, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft. Daarbij is niet Griek en Jood van belang, besnedene en onbesnedene, barbaar en Scyth, slaaf en vrije, maar Christus is alles en in allen.
Colossenzen 3:1-11 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Jullie zijn met Christus uit de dood opgestaan. Verlang daarom naar de dingen die in de hemel zijn, waar Christus naast God op de troon zit. Geef de hemelse dingen de eerste plaats in je leven, en niet de aardse dingen. Want jullie zijn al dood wat de aardse dingen betreft. Jullie nieuwe leven is nu met Christus in God verborgen. We leven in Christus. Als Hij komt, zal ook te zien zijn dat jullie deel hebben aan zijn hemelse macht en majesteit. Reken daarom af met je aardse verlangens. Je moet die doden! Ik bedoel dit: Ga niet meer met allerlei mannen of vrouwen naar bed. Doe geen andere verkeerde dingen op het gebied van seks. Wees niet langer hebzuchtig, want hebzucht is een afgod. God straft de mensen die deze dingen wél doen. Vroeger deden jullie die dingen ook. Jullie leefden er in. Maar nu moeten jullie dat allemaal wegdoen. Ook boosheid, driftbuien, gemeenheid, roddel en grove woorden moeten jullie wegdoen. Lieg niet meer tegen elkaar, want jullie hebben je oude 'ik' met zijn oude manier van doen weggedaan. Jullie zijn nieuwe mensen geworden. En jullie zullen steeds verder volmaakt worden, totdat jullie helemaal op jullie Maker lijken. Daarbij maakt het niet uit of je bij een niet-Joods volk hoort of bij het Joodse volk. Het maakt niet uit of je besneden bent of niet. Het maakt niet uit bij welk volk je hoort. Het maakt ook niet uit of je slaaf bent of vrij mens. Maar Christus is alles in iedereen, wie of wat je ook bent.