Deuteronomium 28:19-45
Deuteronomium 28:19-45 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Vervloekt zult gij zijn in uw ingaan, en vervloekt zult gij zijn in uw uitgaan. De HEERE zal onder u zenden den vloek, de verstoring en het verderf, in alles, waaraan gij uw hand slaat, dat gij doen zult; totdat gij verdelgd wordt, en totdat gij haastelijk omkomt, vanwege de boosheid uwer werken, waarmede gij Mij verlaten hebt. De HEERE zal u de pestilentie doen aankleven, totdat Hij u verdoe van het land, waar gij naar toe gaat, om dat te erven. De HEERE zal u slaan met tering, en met koorts, en met vurigheid, en met hitte, en met droogte, en met brandkoren, en met honigdauw, die u vervolgen zullen, totdat gij omkomt. En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn. De HEERE, uw God, zal pulver en stof tot regen uws lands geven; van den hemel zal het op u nederdalen, totdat gij verdelgd wordt. De HEERE zal u geslagen geven voor het aangezicht uwer vijanden; door één weg zult gij tot hem uittrekken, en door zeven wegen zult gij voor zijn aangezicht vlieden; en gij zult van alle koninkrijken der aarde beroerd worden. En uw dood lichaam zal aan alle gevogelte des hemels, en aan de beesten der aarde tot spijze zijn; en niemand zal ze afschrikken. De HEERE zal u slaan met zweren van Egypte, en met spenen, en met droge schurft, en met krauwsel, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden. De HEERE zal u slaan met onzinnigheid, en met blindheid, en met verbaasdheid des harten; Dat gij op den middag zult omtasten, gelijk als een blinde omtast in het donkere, en uw wegen niet zult voorspoedig maken; maar gij zult alleenlijk verdrukt en beroofd zijn alle dagen, en er zal geen verlosser zijn. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander zal haar beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar dien niet gemeen maken. Uw os zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten; uw ezel zal van voor uw aangezicht geroofd worden, en tot u niet wederkeren; uw klein vee zal aan uw vijanden gegeven worden, en voor u zal geen verlosser zijn. Uw zonen en uw dochteren zullen aan een ander volk gegeven worden, dat het uw ogen aanzien, en naar hen bezwijken den gansen dag; maar het zal in het vermogen uwer hand niet zijn. De vrucht van uw land en al uw arbeid zal een volk eten, dat gij niet gekend hebt; en gij zult alle dagen alleenlijk verdrukt en gepletterd zijn. En gij zult onzinnig zijn, vanwege het gezicht uwer ogen, dat gij zien zult. De HEERE zal u slaan met boze zweren, aan de knieën en aan de benen, waarvan gij niet zult kunnen genezen worden, van uw voetzool af tot aan uw schedel. De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen. En gij zult zijn tot een schrik, tot een spreekwoord en tot een spotrede, onder al de volken, waarheen u de HEERE leiden zal. Gij zult veel zaads op den akker uitbrengen, maar gij zult weinig inzamelen; want de sprinkhaan zal het verteren. Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten. Olijfbomen zult gij hebben in al uw landpalen, maar gij zult u met olie niet zalven; want uw olijfboom zal zijn vrucht afwerpen. Zonen en dochteren zult gij gewinnen, maar zij zullen voor u niet zijn; want zij zullen in gevangenis gaan. Al uw geboomte, en de vrucht uws lands zal het boos gewormte erfelijk bezitten. De vreemdeling, die in het midden van u is, zal hoog, hoog boven u opklimmen; en gij zult laag, laag nederdalen. Hij zal u lenen, maar gij zult hem niet lenen; hij zal tot een hoofd zijn, en gij zult tot een staart zijn. En al deze vloeken zullen over u komen, en u vervolgen, en u treffen, totdat gij verdelgd wordt; omdat gij der stem des HEEREN, uws Gods, niet gehoorzaam zult geweest zijn, om te houden Zijn geboden en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft.
Deuteronomium 28:19-45 Herziene Statenvertaling (HSV)
Vervloekt zult u zijn bij uw thuiskomen, en vervloekt zult u zijn bij uw weggaan. De HEERE zal vloek, verwarring en verderf onder u zenden, in alles wat u ter hand neemt en doet, totdat u weggevaagd wordt en u al spoedig omkomt vanwege uw slechte daden, waarmee u Mij verlaten hebt. De HEERE zal de pest aan u laten kleven, totdat Hij u vernietigd heeft en u verdwenen bent uit het land waar u naartoe gaat om het in bezit te nemen. De HEERE zal u treffen met tering, koorts en ontsteking, met hitte en droogte, en met korenbrand en meeldauw, die u achtervolgen zullen totdat u omkomt. Uw hemel, die boven uw hoofd is, zal van brons zijn, en de aarde, die onder u is, zal van ijzer zijn. De HEERE zal stuifzand en stof geven als regen voor uw land. Uit de hemel zal het op u neerdalen, totdat u weggevaagd bent. De HEERE zal geven dat u door uw vijanden verslagen wordt; over één weg zult u tegen hen uittrekken, maar over zeven wegen zult u voor hem wegvluchten. U zult een schrikbeeld worden voor alle koninkrijken van de aarde. Uw dode lichaam zal voedsel zijn voor alle vogels in de lucht en voor de dieren op de aarde, en niemand zal ze schrik aanjagen. De HEERE zal u treffen met zweren van Egypte, met gezwellen, met uitslag en schurft waarvan u niet genezen kunt worden. De HEERE zal u treffen met krankzinnigheid, met blindheid en met verdwaasdheid van hart. U zult op de middag rondtasten, zoals een blinde rondtast in het donker. U zult uw wegen niet voorspoedig maken. U zult alle dagen alleen maar onderdrukt en beroofd worden, en er zal geen verlosser zijn. Met een vrouw zult u in ondertrouw gaan, maar een andere man zal met haar slapen; een huis zult u bouwen, maar er niet in wonen; een wijngaard zult u planten, maar de vrucht ervan niet eten. Uw rund zal voor uw ogen geslacht worden, maar u zult er niet van eten; uw ezel zal van voor uw ogen weggeroofd worden en niet naar u terugkeren; uw kleinvee zal aan uw vijanden gegeven worden, en er zal geen verlosser voor u zijn. Uw zonen en uw dochters zullen aan een ander volk gegeven worden; uw ogen moeten het aanzien en zullen de hele dag naar hen smachten; maar u zult niet bij machte zijn iets te doen. Een volk dat u niet kent, zal de vrucht van uw land en heel uw arbeid opeten. U zult alle dagen alleen maar onderdrukt en uitgebuit worden. U zult krankzinnig worden vanwege het schouwspel dat uw ogen zien. De HEERE zal u treffen met vreselijke zweren, aan de knieën en aan de benen, waarvan u niet genezen kunt worden, vanaf uw voetzool tot aan uw schedel. De HEERE zal u en de koning die u over uzelf aangesteld hebt, naar een volk brengen dat u zelf niet kende, en ook uw vaderen niet. Daar zult u andere goden dienen, hout en steen. U zult een verschrikking, een spreekwoord en een voorwerp van spot zijn onder al de volken waar de HEERE u naartoe voeren zal. U zult veel zaad naar de akker brengen, maar weinig inzamelen, want de sprinkhaan zal het opvreten. Wijngaarden zult u planten en bewerken, maar u zult geen wijn drinken of iets verzamelen, want de worm zal het opeten. Olijfbomen zult u hebben in heel uw grondgebied, maar u zult u niet met olie zalven, want uw olijven zullen afvallen. Zonen en dochters zult u verwekken, maar zij zullen niet aan u toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan. Al uw bomen en de vrucht van uw land zullen de sprinkhanen in bezit nemen. De vreemdeling die in uw midden is, zal hoger en hoger boven u uitstijgen, maar u zult lager en lager neerdalen. Hij zal aan u uitlenen, maar u zult niet aan hem uitlenen. Hij zal tot een hoofd zijn en u zult tot een staart zijn. Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat u weggevaagd wordt, omdat u de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest bent, door Zijn geboden en Zijn verordeningen, die Hij u geboden heeft, in acht te nemen.
Deuteronomium 28:19-45 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Vervloekt zult gij zijn bij uw ingang en vervloekt bij uw uitgang. De HERE zal over u de vloek, de verwarring en de bedreiging doen komen in alles wat gij onderneemt en wat gij doet, totdat gij verdelgd wordt en snel te gronde gaat vanwege de slechtheid uwer daden, omdat gij Mij verlaten hebt. De HERE zal de pest aan u doen kleven, totdat zij u heeft weggevaagd uit het land, dat gij in bezit gaat nemen. De HERE zal u slaan met tering, koorts, brand, ontstekingen, droogte, brandkoren en honigdauw: zij zullen u vervolgen, totdat gij te gronde gaat. Ook zal de hemel boven uw hoofd van koper zijn en de aarde onder u van ijzer. De HERE zal poeder en stof over uw land laten regenen; van de hemel zullen die op u neerdalen, totdat gij verdelgd zijt. De HERE zal u verslagen aan uw vijanden overleveren. Langs één enkele weg zult gij tegen hen optrekken, maar langs zeven wegen voor hen vluchten, zodat gij tot een schrikbeeld zult wezen voor alle koninkrijken der aarde. Uw lijken zullen tot voedsel dienen voor al het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde, zonder dat iemand die opschrikt. De HERE zal u slaan met Egyptische zweren, met builen, uitslag en schurft, waarvan gij niet kunt genezen. De HERE zal u slaan met waanzin, verblinding en verstandsverbijstering, zodat gij op de middag rondtast, als een blinde in de duisternis; gij zult op uw wegen niet voorspoedig zijn, maar bij voortduring slechts verdrukt en beroofd worden, zonder dat iemand u redt. Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een andere man zal haar beslapen. Gij zult een huis bouwen, maar het niet bewonen. Gij zult een wijngaard planten, maar de vrucht daarvan niet genieten. Uw rund zal voor uw ogen geslacht worden, maar gij zult daarvan niet eten. Uw ezel zal in uw bijzijn geroofd worden, en niet tot u terugkeren. Uw kleinvee zal aan uw vijanden worden gegeven, zonder dat iemand u te hulp komt. Uw zonen en dochters zullen aan een ander volk worden overgeleverd, terwijl gij het met eigen ogen ziet, en de gehele dag naar hen smacht, zonder iets te kunnen doen. Een volk, dat gij niet kent, zal de vrucht van uw bodem eten en alles waarvoor gij gezwoegd hebt; bij voortduring zult gij slechts verdrukt en vertrapt worden. Gij zult waanzinnig worden vanwege het schouwspel, dat uw ogen zullen zien. De HERE zal u slaan met boze zweren aan de knieën en aan de dijen, waarvan gij niet kunt genezen – van uw voetzool af tot uw schedel toe. De HERE zal u en de koning, die gij over u hebt aangesteld, naar een volk voeren dat gij niet kendet, gij noch uw vaderen; aldaar zult gij andere goden dienen, hout en steen. Gij zult een voorwerp van ontzetting worden, een spreekwoord en een spotrede onder alle volken, naar wier land de HERE u wegvoert. Veel zaad zult gij naar de akker brengen, maar weinig inzamelen, want de sprinkhaan zal het afvreten. Wijngaarden zult gij planten en bewerken, maar geen wijn drinken of opleggen; want de worm zal eraan knagen. Olijfbomen zult gij hebben in uw gehele gebied, maar u niet met olie zalven; want uw olijven zullen afvallen. Gij zult zonen en dochters verwekken, maar zij zullen u niet toebehoren, want zij zullen in gevangenschap gaan. Van al uw geboomte en veldvruchten zullen de sprinkhanen zich meester maken. Steeds meer zal de vreemdeling in uw midden u te boven gaan, terwijl gij al dieper zinkt. Hij zal u te leen geven, maar gij niet aan hem; hij zal hoofd zijn, en gij staart. Al deze vervloekingen zullen over u komen, u achtervolgen en u treffen, totdat gij verdelgd zijt, omdat gij niet geluisterd hebt naar de stem van de HERE, uw God, en de geboden en inzettingen die Hij u opgelegd heeft, niet onderhouden hebt
Deuteronomium 28:15-45 Het Boek (HTB)
Als u niet naar de HERE uw God luistert en deze wetten die ik u vandaag geef, niet wilt gehoorzamen, zullen al deze vervloekingen over u komen: u zult vervloekt zijn in de stad en in het veld, vervloekt zal uw fruit en brood zijn; u zult de vloek dragen van een onvruchtbare moederschoot; uw oogsten zullen vervloekt zijn en er zal een vloek rusten op de vruchtbaarheid van uw vee en kudden; vervloekt zult u zijn waar u binnenkomt en waar u naar buiten gaat. Want de HERE Zelf zal zijn vloek over u laten komen. U zult in verwarring raken en alles wat u onderneemt zal mislukken, totdat u uiteindelijk bent vernietigd, omdat u hebt gezondigd door Hem te verlaten. Hij zal ziektes onder u sturen die u zullen uitroeien in het land dat u op het punt staat binnen te trekken en in bezit te nemen. Hij zal u straffen met tuberculose, koorts en infecties. Er zal een hittegolf komen en uw oogsten op het veld zullen door droogte worden vernietigd. Al deze plagen zullen aanhouden tot u omkomt. De hemel boven u zal zo strak zijn als koper en de aarde zo hard als ijzer. De HERE zal het stof en zand laten regenen en de stofstormen zullen u vanuit de hemelen vernietigen. De HERE zal u als een verslagene uitleveren aan uw vijanden. Als een geordend leger zult u de vijand tegemoet gaan, maar als u de vijand bent genaderd, zult u alle kanten uitvluchten. U zult van het ene land naar het andere over de aarde rondzwerven zonder rust te vinden. De vogels en de wilde dieren zullen uw lijken eten en er zal niemand zijn om hen weg te jagen. De HERE zal u treffen met Egyptische zweren, gezwellen, schurft en jeuk en tegen geen van die ziekten zal een medicijn bestaan. Hij zal waanzin, blindheid en paniek onder u sturen. Bij klaarlichte dag zult u rondtasten als een blinde in het donker. U zult tegenslag hebben bij alles wat u doet. U zult voortdurend in verdrukking leven en worden beroofd en niemand zal u kunnen redden. Iemand anders zal met uw verloofde trouwen, iemand anders zal in het huis wonen dat u bouwde en iemand anders zal de druiven eten van de wijngaard die u plantte. Uw runderen zullen voor uw ogen worden geslacht, maar u zult zelfs geen klein stukje van het vlees krijgen. Uw ezels zullen worden weggeroofd waar u bij staat en zullen nooit meer bij u terugkomen. Uw kleinvee zal aan uw vijanden worden gegeven. En er zal niemand zijn om u uit deze ellende te redden. U zult werkeloos moeten toekijken wanneer uw kinderen als slaven worden weggeleid. Uw hart zal breken van verlangen naar hen, maar u zult niet in staat zijn hen te helpen. Een vreemd volk waarvan u nog nooit hebt gehoord, zal eten van de oogsten die u met moeite hebt verbouwd. U zult voortdurend worden verdrukt en vertrapt. De ellende die u om u heen ziet, zal u krankzinnig maken. De HERE zal u treffen met kwaadaardige, ongeneeslijke zweren op uw knieën en dijen die u ten slotte van voetzool tot kruin zullen bedekken. Hij zal u en de koning die u zult kiezen, verbannen naar een land waarvan noch u, noch uw voorouders, ooit hadden gehoord. En in uw ballingschap zult u goden van hout en steen aanbidden! U zult een voorwerp van afschuw en bespotting worden. U zult op een afschuwelijke wijze te kijk staan voor alle volken van de wereld, waarnaar de HERE u zal wegvoeren. U zult veel zaaien maar weinig oogsten, want de sprinkhanen zullen uw oogsten opvreten. U zult wijngaarden planten en verzorgen, maar u zult de druiven niet eten en de wijn niet drinken, want de wormen zullen de druiven aanvreten. Er zullen overal olijfbomen groeien, maar er zal niet genoeg olijfolie zijn om uzelf te zalven! Want de bomen zullen hun vruchten laten vallen, voordat ze rijp zijn. Uw zonen en dochters zullen in ballingschap weggevoerd worden. De sprinkhanen zullen uw bomen en vruchten vernietigen. De buitenlanders die bij u wonen, zullen steeds rijker worden, terwijl u steeds verder verarmt. Zij zullen aan u lenen, in plaats van u aan hen! Zij zullen in alles vooraan gaan en u zult achteraan staan. Al deze vervloekingen zullen u achtervolgen en treffen tot u bent vernietigd, en dat alles omdat u weigerde te luisteren naar de HERE uw God.
Deuteronomium 28:19-45 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Vervloekt zullen jullie zijn wanneer jullie weggaan en wanneer jullie thuiskomen. De Heer zal de ene ramp na de andere over jullie laten komen bij alles wat jullie doen. Als jullie de Heer verlaten, zal alles wat jullie doen, mislukken. Totdat jullie zijn vernietigd door jullie slechtheid. De Heer zal jullie door de pest vernietigen in het land dat jullie gaan veroveren. De Heer zal jullie straffen met ziekten, koorts en ontstekingen, en [ jullie akkers ] met hitte en droogte en plantenziekten. Er zal geen eind aan komen, totdat er niemand meer van jullie over is. De hemel zal boven jullie hoofd [ zo heet ] zijn als [ gloeiend ] koper, en de aarde zal onder jullie voeten [ zo hard ] zijn als ijzer. De Heer zal stuifzand en stof op het land laten regenen, zodat het slecht met jullie afloopt. De Heer zal ervoor zorgen dat jullie door jullie vijanden worden verslagen. Langs één weg zullen jullie hen aanvallen, maar langs zeven wegen zullen jullie voor hen vluchten. Alle landen om jullie heen zullen geschokt zijn over wat er met jullie gebeurt. Jullie lijken zullen blijven liggen als voer voor de vogels en de wilde dieren, die door niemand weggejaagd worden. De Heer zal jullie straffen met akelige zweren, met bulten, uitslag en schurft en jullie zullen er niet van kunnen genezen. De Heer zal jullie straffen met verwarring, verblinding en waanzin. Daardoor zullen jullie op klaarlichte dag als een blinde rondtasten. Het zal nooit goed met jullie gaan, maar jullie zullen aldoor alleen maar onderdrukt en beroofd worden, zonder dat iemand jullie redt. Jullie zullen je met een vrouw verloven, maar een andere man zal met haar naar bed gaan. Jullie zullen een huis bouwen, maar er niet in wonen. Jullie zullen een wijngaard planten, maar niet de druiven ervan plukken. Je koe zal voor je ogen geslacht worden, maar je zal er niet van eten. Je ezel zal gestolen worden waar je bij staat en niet bij je terugkomen. Jullie schapen en geiten zullen door je vijanden worden meegenomen, zonder dat iemand jullie te hulp komt. Jullie zullen zien hoe jullie zonen en dochters door een ander volk als buit worden meegenomen. Jullie zullen ziek zijn van verdriet over hen, maar niets kunnen doen om hen terug te krijgen. Er zal een ver volk komen en de oogst opeten waar jullie zo hard voor hadden gewerkt. Jullie zullen aldoor onderdrukt en vertrapt worden. Jullie zullen gek worden van alle ellende die jullie meemaken. De Heer zal jullie straffen met akelige zweren op je knieën en je benen, die niet willen genezen. Van top tot teen zullen jullie ziek worden. De Heer zal jullie hele volk, met de koning die jullie hebben gekozen, naar een ver volk brengen. Daar zullen jullie andere goden aanbidden en dienen, goden van hout en steen. Iedereen zal geschokt zijn over wat er allemaal met jullie gebeurt. De volken waarheen de Heer jullie zal brengen, zullen jullie als spreekwoord gebruiken en jullie uitlachen. Jullie zullen veel zaad in de akkers zaaien, maar weinig oogsten. Want de sprinkhanen zullen de oogst opvreten. Jullie zullen wijngaarden planten en bewerken, maar geen wijn drinken of druiven plukken. Want de wormen zullen alles kaalvreten. Jullie zullen in het hele land olijfbomen hebben, maar jullie zullen je niet met olie zalven. Want de olijven zullen afvallen. Jullie zullen zonen en dochters krijgen, maar niet van hen genieten. Want ze zullen als buit meegenomen worden. Alle bomen en akkers zullen door ongedierte worden kaalgevreten. De vreemdelingen die bij jullie wonen, zullen steeds machtiger worden dan jullie, terwijl er van jullie niets overblijft. Zij zullen aan jullie uitlenen, maar jullie niet aan hen. Zij zullen de leiding hebben, zoals een hoofd, en jullie zullen achteraan komen, zoals een staart. Als jullie niet luisteren naar de Heer God en jullie je niet aan de wetten en leefregels houden die Hij jullie heeft gegeven, zullen al deze vervloekingen over jullie komen. Ze zullen jullie achtervolgen, totdat jullie helemaal zijn vernietigd.