Deuteronomium 32:9-10
Deuteronomium 32:9-10 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want het deel van de HEERE is Zijn volk, Jakob is het gebied dat Zijn eigendom is. Hij vond hem in een woestijngebied, in een woeste, huilende wildernis. Hij omringde hem, Hij onderwees hem, Hij beschermde hem als Zijn oogappel.
Deuteronomium 32:9-10 Het Boek (HTB)
Maar Israël behoort de HERE toe, het is het erfdeel van de HERE! Hij beschermde Israël in de wildernis, in een streek die huilt van eenzaamheid, als zijn eigen oogappel.
Deuteronomium 32:9-10 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer Zijner erve. Hij vond hem in een land der woestijn, en in een woeste huilende wildernis; Hij voerde hem rondom, Hij onderwees hem, Hij bewaarde hem als Zijn oogappel.
Deuteronomium 32:9-10 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want des HEREN deel is zijn volk, Jakob het Hem toegemeten erfdeel. Hij vond hem in een land van steppen, in een woest land van gehuil in de wildernis. Hij beschutte hem, lette op hem, bewaarde hem als zijn oogappel.
Deuteronomium 32:9-10 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Want Hij koos het volk Israël uit om zijn volk te zijn. [ Het volk van ] Jakob werd zijn eigendom. Hij vond hen in de steppen, in de wildernis waar de wind over de vlakten huilt. Hij leidde hen, onderwees hen, beschermde hen als zijn lieveling.