Deuteronomium 8:7-9
Deuteronomium 8:7-9 Het Boek (HTB)
Want de HERE, uw God, brengt u naar een goed land met beken, bronnen en meren in heuvels en dalen. Het is een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels, olijven en honing, het is een land met voldoende voedsel, waar u niets te kort zult komen. Het is een land waar ijzer net zo gewoon is als steen en waar de bergen vol zitten met koper.
Deuteronomium 8:7-9 BasisBijbel (BB)
Want de Heer God brengt jullie in een goed land. Een land met beken, bronnen en rivieren die in de dalen en op de bergen ontstaan. Een land met tarwe en gerst, wijnstruiken, vijgenbomen en granaatappelbomen. Een land met honing en olijfbomen vol olie. Een land waar jullie meer dan genoeg te eten zullen hebben en waar jullie aan niets tekort zullen hebben. Een land waar ijzer in de stenen zit en koper in de bergen.
Deuteronomium 8:7-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van waterbeken, fonteinen en diepten, die in dalen en in bergen uitvlieten; Een land van tarwe en gerst, en wijnstokken, en vijgebomen, en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen, en van honig; Een land, waarin gij brood zonder schaarsheid eten zult, waarin u niets ontbreken zal; een land, welks stenen ijzer zijn, en uit welks bergen gij koper uithouwen zult.
Deuteronomium 8:7-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Want de HEERE, uw God, brengt u in een goed land: een land met waterbeken, bronnen en diepe wateren, die ontspringen in het dal en op het gebergte; een land met tarwe en gerst, wijnstokken, vijgenbomen en granaatappels; een land met olierijke olijfbomen en honing; een land waarin u zonder schaarste brood zult eten, waarin het u aan niets ontbreken zal; een land waarvan de stenen ijzer zijn, en waarin u uit zijn bergen koper kunt hakken.
Deuteronomium 8:7-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Want de HERE, uw God, brengt u in een goed land, een land van beken, bronnen en wateren, die in de dalen en op de bergen ontspringen; een land van tarwe en gerst, van wijnstokken, vijgebomen en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen en honig; een land, waarin gij niet in armoede uw brood zult eten, waarin gij aan niets gebrek zult hebben; een land, waarvan de stenen ijzer zijn en uit welks bergen gij koper zult houwen.