Efeziërs 2:1-7
Efeziërs 2:1-7 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen; Maar God, Die rijk is in barmhartigheid door Zijn grote liefde, waarmede Hij ons liefgehad heeft, Ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt gij zalig geworden) En heeft ons mede opgewekt, en heeft ons mede gezet in den hemel in Christus Jezus; Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Efeziërs 2:1-7 Herziene Statenvertaling (HSV)
Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig de leefwijze van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Efeziërs 2:1-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en zonden, waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid, – trouwens, ook wij allen hebben vroeger daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als de overigen, kinderen des toorns –, God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij dood waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus, – door genade zijt gij behouden –, en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Christus Jezus, om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom zijner genade te tonen naar (zijn) goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Efeziërs 2:1-7 Het Boek (HTB)
Ook u bent door Hem tot leven geroepen, u, die eigenlijk al dood was, omdat u niet leefde zoals God wilde. U liep met de grote massa van deze wereld mee en deed dezelfde slechte dingen als zij. U gehoorzaamde de duivel, de leider en vorst van de geestelijke machten in de lucht, die nu nog actief is in de mensen die God ongehoorzaam zijn. Zo was het ook met ons. Wij hebben allemaal aan onze slechte begeerten toegegeven. Wij hebben allemaal gedaan wat ons egoïsme ons ingaf. Door naar onze eigen natuur te leven, waren wij van nature onderworpen aan Gods toorn. Maar Gods liefde voor ons is zo groot dat Hij ons volledig gratie heeft verleend, zelfs al waren wij door onze overtredingen dood voor Hem. Hij heeft ons samen met Christus levend gemaakt! Wat een genade! Dat u gered bent, is enkel en alleen genade van God. Hij heeft ons, die één met Jezus Christus zijn, samen met Hem levend gemaakt en ook met Hem een plaats in de hemel gegeven. Door in de persoon van Jezus Christus zo goed voor ons te zijn, heeft God voor altijd laten zien hoe oneindig groot zijn goedheid is.
Efeziërs 2:1-7 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Vroeger waren jullie [ geestelijk ] dood. Dat kwam door jullie ongehoorzaamheid aan God en door de slechte dingen die jullie deden. Want jullie leefden op de manier waarop de ongelovige mensen nu eenmaal leven. Zij laten zich leiden door [ de duivel, ] de leider van de onzichtbare machten. Hij is de geest die werkt in de mensen die God niet gehoorzamen. Vroeger hebben wij allemaal zo geleefd. We deden allemaal wat we zelf wilden. Daarom verdienden we Gods straf, net als alle andere mensen. Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus [ geestelijk ] levend gemaakt. Want we waren [ geestelijk ] dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. God heeft ons levend gemaakt en ons nu samen met Jezus een plaats gegeven in de hemelse plaatsen. Wij zijn daar ín Jezus Christus. Want in de wereld die nog komt wil Hij laten zien hoe geweldig goed Hij voor ons is: Hij heeft ons Jezus Christus gegeven.