Efeziërs 4:17-19
Efeziërs 4:17-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid.
Efeziërs 4:17-19 Het Boek (HTB)
Ik zeg u dit met nadruk en ik spreek namens de Here: leef niet langer als mensen die Gods wil niet kennen, want die zijn verblind en verward. In hun hart is het helemaal donker. Zij staan ver van het leven van God, omdat zij niets van Hem willen weten en Hem niet willen begrijpen. Het kan hun niets schelen of iets goed of slecht is. Zij trekken zich nergens iets van aan en worden voortgedreven door hun slechte gedachten en wilde begeerten.
Efeziërs 4:17-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds. Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods, door de onwetendheid, die in hen is, door de verharding huns harten; Welke, ongevoelig geworden zijnde, zichzelven hebben overgegeven tot ontuchtigheid, om alle onreinigheid gieriglijk te bedrijven.
Efeziërs 4:17-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.
Efeziërs 4:17-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ik zeg jullie namens de Heer, dat jullie niet langer op dezelfde manier mogen leven als de ongelovige mensen. Want zij bedenken zinloze dingen. Ze zijn verward en verblind, doordat ze niets weten van het leven met God. En dat komt doordat hun hart koppig en ongehoorzaam is: ze willen God niet kennen. Ze gaan gewoon hun gang en leven er maar op los. Ze proberen zoveel mogelijk voordeel te halen uit allerlei verkeerde en oneerlijke dingen.