Esther 1:1-8
Esther 1:1-8 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Het geschiedde nu in de dagen van Ahasveros, (hij is die Ahasveros, dewelke regeerde van Indië af tot aan Morenland toe, honderd zeven en twintig landschappen). In die dagen, als de koning Ahasveros op den troon zijns koninkrijks zat, die op den burg Susan was; In het derde jaar zijner regering maakte hij een maaltijd al zijn vorsten en zijn knechten; de macht van Perzië en Medië, de grootste heren en de oversten der landschappen waren voor zijn aangezicht; Als hij vertoonde den rijkdom der heerlijkheid zijns rijks, en de kostelijkheid des sieraads zijner grootheid, vele dagen lang, honderd en tachtig dagen. Toen nu die dagen vervuld waren, maakte de koning een maaltijd al den volke, dat gevonden werd op den burg Susan, van den grootste tot den kleinste, zeven dagen lang, in het voorhof van den hof van het koninklijk paleis. Er waren witte, groene en hemelsblauwe behangselen, gevat aan fijn linnen en purperen banden, in zilveren ringen, en aan marmeren pilaren; de bedsteden waren van goud en zilver, op een vloer van porfiersteen, en van marmer, en albast, en kostelijke stenen. En men gaf te drinken in vaten van goud, en het ene vat was anders dan het andere vat; en er was veel koninklijke wijn, naar des konings vermogen. En het drinken geschiedde naar de wet, dat niemand dwong; want alzo had de koning vastelijk bevolen aan alle groten zijns huizes, dat zij doen zouden naar den wil van een iegelijk.
Esther 1:1-8 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het gebeurde in de dagen van Ahasveros – hij is de Ahasveros die regeerde van India af tot Cusj toe over honderdzevenentwintig gewesten. In die dagen, toen koning Ahasveros op zijn koninklijke troon zat die in de burcht Susan was, in het derde jaar van zijn regering, richtte hij een maaltijd aan voor al zijn vorsten en dienaren. De legerbevelhebbers van Perzië en Medië, de edelen en de vorsten van de gewesten waren bij hem, terwijl hij vele dagen lang de rijkdom en luister van zijn koninkrijk liet zien, en de glansrijke luister van zijn grootheid, honderdtachtig dagen. Toen die dagen voorbij waren, richtte de koning een maaltijd aan voor heel het volk dat zich in de burcht Susan bevond, van de hoogste tot de laagste, zeven dagen lang in de voorhof van de tuin van het koninklijk paleis. Wit linnen en blauwpurperen kleden waren met koorden van fijn linnen en roodpurperen stof bevestigd aan zilveren ringen en marmeren pilaren. Rustbedden van goud en zilver stonden op een mozaïekvloer van porfiersteen, marmer, parelmoer en kostbaar gesteente. Men gaf te drinken uit gouden bekers, en alle bekers verschilden van elkaar. Er was veel koninklijke wijn, naar het vermogen van de koning. Het drinken nu gebeurde volgens de regel dat er geen dwang mocht zijn, want dit had de koning bevolen aan alle opperdienaren in zijn huis, dat zij moesten handelen naar de wens van iedereen.
Esther 1:1-8 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In de dagen van Ahasveros – hij is de Ahasveros, die over honderd zevenentwintig gewesten van Indië tot Ethiopië regeerde – in die dagen, toen koning Ahasveros op zijn koninklijke troon in de burcht Susan zetelde, in het derde jaar van zijn regering, richtte hij een feestmaal aan voor al zijn vorsten en dienaren; het leger van Perzië en Medië, de edelen en de vorsten der gewesten waren bij hem. Daarbij spreidde hij de rijkdom van zijn koninklijke heerlijkheid en de kostbaarheid van de luister zijner grootheid gedurende vele dagen ten toon, honderdtachtig dagen. Na verloop van deze dagen richtte de koning voor al het volk dat zich in de burcht Susan bevond, van de hoogste tot de laagste, een feestmaal aan van zeven dagen, in de voorhof van de tuin van het koninklijk paleis. Linnen, wollen en blauwpurperen gordijnen waren met linnen en roodpurperen koorden vastgemaakt met zilveren knoppen aan witmarmeren zuilen; gouden en zilveren rustbedden waren neergezet op een vloer van albast, witmarmer, parelmoer en veelkleurig gesteente. Men gaf te drinken in gouden bekers, alle verschillend van elkander, en er was koninklijke wijn in een overvloed, zoals men van de koning verwachten mocht. Het drinken nu geschiedde naar deze regel: geen dwang; de koning had immers aan al de opperdienaren van zijn paleis deze verordening gegeven, dat men zou doen zoals ieder het wenste.
Esther 1:1-8 Het Boek (HTB)
Koning Ahasveros was een machtig koning. Hij heerste over het enorme rijk van Perzië en Medië. Dat strekte zich met zijn honderdzevenentwintig gewesten uit van India tot Ethiopië. In zijn derde regeringsjaar gaf de koning een onvoorstelbaar groot feest in zijn paleis in de stad Susan. Alle gouverneurs, topambtenaren en de hele legerleiding werden uitgenodigd. Uit alle delen van zijn rijk kwamen de gasten. De feestelijkheden duurden een half jaar. Het was één grote demonstratie van rijkdom, pracht en praal. Na afloop van deze festiviteiten gaf de koning een apart feest voor alle mannelijke leden van zijn hofhouding, van kamerheer tot keukenknecht. Zeven dagen lang vierden ze feest in de voorhof van de paleistuin. Groene, witte en blauwe gordijnen waren met linnen en purperen koorden vastgemaakt aan zilveren knoppen. Deze waren weer aan witmarmeren zuilen bevestigd. Gouden en zilveren rustbedden stonden op een mozaïekvloer van albast, witmarmer, parelmoer en stenen van allerlei kleuren. De gasten dronken uit gouden bekers, elk van een ander ontwerp. Er was koninklijke wijn in overvloed, zoals men van een koning mocht verwachten. Er gold maar één regel, namelijk dat er geen beperkingen waren. De koning had zijn hofmeesters opdracht gegeven aan ieders wensen tegemoet te komen.
Esther 1:1-8 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Ahasveros was koning van Medië en Perzië. Zijn enorme rijk bestond uit 127 provincies. Het reikte van India tot Ethiopië. Op een dag, toen hij voor het derde jaar koning was, liet hij in zijn burcht Susan een feestmaaltijd klaarmaken voor al zijn ministers en dienaren. Ook alle legeraanvoerders en de bestuurders van alle provincies waren uitgenodigd. Op het feest liet hij aan iedereen zien hoe rijk hij was en wat een kostbare dingen hij bezat. Het feest duurde wel 180 dagen. Aan het eind van die 180 dagen liet hij ook voor alle bewoners van de burcht Susan een feestmaaltijd klaarmaken. Iedereen, van hoog tot laag, werd voor die feestmaaltijd uitgenodigd. Het feest zou zeven dagen duren. Het werd gehouden op het plein in de paleistuin. Er waren witte, groene en hemelsblauwe gordijnen met paarse koorden opgehangen aan marmeren pilaren. De gordijnen waren met zilveren ringen vastgezet. Er waren gouden en zilveren banken neergezet op een vloer van allerlei kleuren steen. De koninklijke wijn werd in gouden bekers ingeschonken. Geen twee bekers waren hetzelfde. Er was wijn in overvloed, zoals men van een koning mocht verwachten. Het drinken ging volgens de volgende regel: niemand zou gedwongen worden. Want de koning had zijn dienaren de opdracht gegeven dat de gasten niet méér hoefden te drinken dan ze zelf wilden.