Exodus 10:21-23
Exodus 10:21-23 Het Boek (HTB)
Daarna zei de HERE tegen Mozes: ‘Steek uw hand omhoog naar de hemel en er zal een volledige duisternis over Egypte komen.’ Mozes stak zijn hand uit naar de hemel en het werd aardedonker in het land, drie dagen lang! Gedurende die tijd kon niemand een hand voor ogen zien en zelfs niet opstaan om iets te doen. Maar bij de Israëlieten was het volop licht.
Exodus 10:21-23 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Strek uw hand uit naar den hemel, en er zal duisternis komen over Egypteland, dat men de duisternis tasten zal. Als Mozes zijn hand uitstrekte naar den hemel, werd er een dikke duisternis in het ganse Egypteland, drie dagen. Zij zagen de een den ander niet; er stond ook niemand op van zijn plaats, in drie dagen; maar bij al de kinderen Israëls was het licht in hun woningen.
Exodus 10:21-23 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Strek uw hand uit naar de hemel, zodat er duisternis komen zal over het land Egypte, en de duisternis te tasten is. Toen Mozes zijn hand uitstrekte naar de hemel, kwam er een dikke duisternis in heel het land Egypte, drie dagen lang. Zij zagen elkaar niet, en drie dagen lang stond niemand op van zijn plaats. Voor alle Israëlieten echter was het licht in hun woongebieden.
Exodus 10:21-23 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Daarna zeide de HERE tot Mozes: Strek uw hand uit naar de hemel, opdat er duisternis zij over het land Egypte, zodat men de duisternis kan tasten. En Mozes strekte zijn hand uit naar de hemel, en er was gedurende drie dagen een dikke duisternis in het gehele land Egypte. Gedurende drie dagen kon niemand een ander zien, noch van zijn plaats opstaan; maar alle Israëlieten hadden licht, waar zij woonden.
Exodus 10:21-23 BasisBijbel (BB)
Daarna zei de Heer tegen Mozes: "Steek je hand op naar de hemel. Dan zal het donker worden in Egypte. Het zal er aardedonker zijn." Mozes stak zijn hand op naar de hemel. Toen werd het drie dagen lang aardedonker in heel Egypte. Drie dagen lang konden de mensen elkaar niet zien. Niemand durfde een voet te verzetten. Maar waar de Israëlieten woonden, was het licht.