Exodus 20:1-4
Exodus 20:1-4 BasisBijbel (BB)
Toen gaf God de volgende leefregels: "Ik ben jullie Heer God. Ik ben het die jullie uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. Jullie mogen geen andere goden hebben dan Mij alleen. Maak geen godenbeelden van iets wat in de lucht, op de aarde of in het water onder de aarde is.
Exodus 20:1-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Toen sprak God al deze woorden, zeggende: Ik ben de HEERE uw God, Die u uit Egypteland, uit het diensthuis, uitgeleid heb. Gij zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren onder de aarde is.
Exodus 20:1-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde of in het water onder de aarde is.
Exodus 20:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Toen sprak God al deze woorden: Ik ben de HERE, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heb. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.
Exodus 20:1-4 Het Boek (HTB)
Toen verklaarde de HERE: ‘Ik ben de HERE, uw God, die u uit de slavernij in Egypte heeft bevrijd. U mag geen andere goden aanbidden dan Mij. U mag geen beeld of afbeelding maken van wat boven in de hemel of beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is.