Ezechiël 12:1-2
Ezechiël 12:1-2 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en niet zien, oren hebben om te horen, en niet horen, want zij zijn een wederspannig huis.
Ezechiël 12:1-2 Herziene Statenvertaling (HSV)
Het woord van de HEERE kwam tot mij: Mensenkind, u woont te midden van een opstandig huis. Zij hebben ogen om te zien, maar zij kijken niet, zij hebben oren om te horen, maar zij luisteren niet, want zij zijn een opstandig huis!
Ezechiël 12:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Het woord des HEREN kwam tot mij: Mensenkind, gij woont te midden van een weerspannig geslacht; van hen die ogen hebben om te zien, maar niet zien; die oren hebben om te horen, maar niet horen, want zij zijn een weerspannig geslacht.
Ezechiël 12:1-2 Het Boek (HTB)
Opnieuw kreeg ik een boodschap van de HERE: ‘Mensenzoon,’ zei Hij, ‘u leeft tussen opstandige mensen die de waarheid zouden kunnen kennen als zij dat wilden. Maar zij willen niet. Zij zouden Mij kunnen horen als zij wilden luisteren, maar ook dat willen zij niet.