Galaten 2:11-13
Galaten 2:11-13 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Maar toen Kefas te Antiochië gekomen was, heb ik mij openlijk tegen hem verzet, omdat het ongelijk aan zijn kant was. Want voordat sommigen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij met de heidenen aan één tafel, maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor de besnedenen. En [ook] de overige Joden huichelden met hem mede, zodat zelfs Barnabas zich liet medeslepen door hun huichelarij.
Galaten 2:11-13 Het Boek (HTB)
Maar later, toen Petrus in Antiochië was, heb ik me openlijk tegen hem verzet. Want wat hij deed, was niet goed. Eerst had hij namelijk samen met niet-Joodse christenen gegeten, maar toen er enkele Joden uit de groep van Jakobus kwamen, deed hij dat niet meer en at voortaan apart. Hij was bang dat die mannen, die de besnijdenis zo belangrijk vonden, kritiek op hem zouden hebben. De andere Joodse christenen, en zelfs Barnabas, deden mee met hun huichelarij.
Galaten 2:11-13 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En toen Petrus te Antiochië gekomen was, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat hij te bestraffen was. Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af, vrezende degenen, die uit de besnijdenis waren. En ook de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing.
Galaten 2:11-13 Herziene Statenvertaling (HSV)
Maar toen Petrus naar Antiochië gekomen was, ging ik openlijk tegen hem in, omdat hij te veroordelen was. Want voordat er enkelen uit de kring van Jakobus gekomen waren, at hij samen met de heidenen; maar toen zij kwamen, trok hij zich terug en zonderde zich af uit vrees voor hen die van de besnijdenis waren. En ook de andere Joden huichelden met hem mee, zodat zelfs Barnabas zich door hun huichelarij liet meeslepen.
Galaten 2:11-13 BasisBijbel (BB)
Maar toen Petrus later in Antiochië kwam, heb ik eerlijk tegen hem gezegd dat wat hij deed niet goed was. Want eerst ging hij gewoon eten bij niet-Joodse mensen die in Jezus waren gaan geloven. Maar toen er Joodse gelovigen uit de gemeente van Jakobus naar Antiochië kwamen, was hij bang dat zij daar iets van zouden zeggen. En hij durfde dat niet meer te doen. Ook de andere Joden in de stad die in Jezus waren gaan geloven durfden dat niet meer. Zelfs Barnabas ging met hen meedoen.