Genesis 11:11-26
Genesis 11:11-26 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Arfachsad leefde vijf en dertig jaren, en hij gewon Selah. En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Selah leefde dertig jaren, en hij gewon Heber. En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaren, en hij gewon zonen en dochteren. En Heber leefde vier en dertig jaren, en gewon Peleg. En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Peleg leefde dertig jaren, en hij gewon Rehu. En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Rehu leefde twee en dertig jaren, en hij gewon Serug. En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Serug leefde dertig jaren, en gewon Nahor. En Serug leefde, nadat hij Nahor gewonnen had, tweehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Nahor leefde negen en twintig jaren, en gewon Terah. En Nahor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. En Terah leefde zeventig jaren, en gewon Abram, Nahor en Haran.
Genesis 11:11-26 Herziene Statenvertaling (HSV)
Sem leefde, nadat hij Arfachsad verwekt had, vijfhonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Arfachsad had vijfendertig jaar geleefd, toen hij Selah verwekte. Arfachsad leefde, nadat hij Selah verwekt had, vierhonderddrie jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Selah had dertig jaar geleefd, toen hij Heber verwekte. Selah leefde, nadat hij Heber verwekt had, vierhonderddrie jaar, en hij verwekte zonen en dochters. Heber had vierendertig jaar geleefd, toen hij Peleg verwekte. Heber leefde, nadat hij Peleg verwekt had, vierhonderddertig jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Peleg had dertig jaar geleefd, toen hij Rehu verwekte. Peleg leefde, nadat hij Rehu verwekt had, tweehonderdnegen jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Rehu had tweeëndertig jaar geleefd, toen hij Serug verwekte. Rehu leefde, nadat hij Serug verwekt had, tweehonderdzeven jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Serug had dertig jaar geleefd, toen hij Nahor verwekte. Serug leefde, nadat hij Nahor verwekt had, tweehonderd jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Nahor had negenentwintig jaar geleefd, toen hij Terah verwekte. Nahor leefde, nadat hij Terah verwekt had, honderdnegentien jaar; en hij verwekte zonen en dochters. Terah had zeventig jaar geleefd, toen hij Abram, Nahor en Haran verwekte.
Genesis 11:11-26 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Sem leefde, nadat hij Arpaksad verwekt had, vijfhonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Arpaksad vijfendertig jaar geleefd had, verwekte hij Selach. En Arpaksad leefde, nadat hij Selach verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Selach dertig jaar geleefd had, verwekte hij Eber. En Selach leefde, nadat hij Eber verwekt had, vierhonderd drie jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Eber vierendertig jaar geleefd had, verwekte hij Peleg. En Eber leefde, nadat hij Peleg verwekt had, vierhonderd dertig jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Peleg dertig jaar geleefd had, verwekte hij Reü. En Peleg leefde, nadat hij Reü verwekt had, tweehonderd negen jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Reü tweeëndertig jaar geleefd had, verwekte hij Serug. En Reü leefde, nadat hij Serug verwekt had, tweehonderd zeven jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Serug dertig jaar geleefd had, verwekte hij Nachor. En Serug leefde, nadat hij Nachor verwekt had, tweehonderd jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Nachor negenentwintig jaar geleefd had, verwekte hij Terach. En Nachor leefde, nadat hij Terach verwekt had, honderd negentien jaar, en hij verwekte zonen en dochteren. Toen Terach zeventig jaar geleefd had, verwekte hij Abram, Nachor en Haran.
Genesis 11:10-26 Het Boek (HTB)
Hier is nog eens een opsomming, nu uitgebreider, van de nakomelingen van Sem. Twee jaar na de grote watervloed—Sem was toen honderd jaar oud—kreeg hij een zoon, Arpachsad. Na diens geboorte leefde Sem nog vijfhonderd jaar en kreeg nog vele zonen en dochters. Toen Arpachsad vijfendertig jaar was, werd zijn zoon Selach geboren. Na Selachs geboorte leefde Arpachsad nog vierhonderddrie jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Selach was dertig bij de geboorte van zijn zoon Eber. Daarna leefde hij nog vierhonderddrie jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Eber was vierendertig toen zijn zoon Peleg werd geboren. Hij leefde toen nog vierhonderddertig jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Peleg was dertig toen zijn zoon Reü geboren werd. Hij leefde toen nog tweehonderdnegen jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Bij Serugs geboorte was Reü tweeëndertig jaar. Daarna leefde hij nog tweehonderdzeven jaar en kreeg in die tijd nog meer zonen en dochters. Serug was dertig toen zijn zoon Nachor werd geboren. In de tweehonderd jaar die hij daarna nog leefde, kreeg hij nog meer zonen en dochters. Toen Terach werd geboren, was zijn vader Nachor zesentwintig. Nachor leefde nog honderdnegentien jaar en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Terach zeventig was, kreeg hij drie zonen: Abram, Nachor en Haran.
Genesis 11:11-26 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Sem leefde nog 500 jaar nadat Arpachsad was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Arpachsad 35 jaar was, kreeg hij een zoon: Sela. Arpachsad leefde nog 403 jaar nadat Sela was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Sela 30 jaar was, kreeg hij een zoon: Heber. Sela leefde nog 403 jaar nadat Heber was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Heber 34 jaar was, kreeg hij een zoon: Peleg. Heber leefde nog 430 jaar nadat Peleg was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Peleg 30 jaar was, kreeg hij een zoon: Rehu. Peleg leefde nog 209 jaar nadat Rehu was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Rehu 32 jaar was, kreeg hij een zoon: Serug. Rehu leefde nog 207 jaar nadat Serug was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Serug 30 jaar was, kreeg hij een zoon: Nahor. Serug leefde nog 200 jaar nadat Nahor was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Nahor 29 jaar was, kreeg hij een zoon: Terach. Nahor leefde nog 119 jaar nadat Terach was geboren en kreeg nog meer zonen en dochters. Toen Terach 70 jaar was, kreeg hij drie zonen: Abram, Nahor en Haran.