Genesis 13:1-4
Genesis 13:1-4 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Alzo toog Abram op uit Egypte naar het zuiden, hij en zijn huisvrouw, en al wat hij had, en Lot met hem. En Abram was zeer rijk, in vee, in zilver, en in goud. En hij ging, volgens zijn reizen, van het zuiden tot Beth-El toe, tot aan de plaats, waar zijn tent in het begin geweest was, tussen Beth-El, en tussen Ai; Tot de plaats des altaars, dat hij in het eerst daar gemaakt had; en Abram heeft aldaar den Naam des HEEREN aangeroepen.
Genesis 13:1-4 Herziene Statenvertaling (HSV)
Zo trok Abram weg uit Egypte naar het Zuiderland, hij en zijn vrouw, en alles wat hij had, en Lot met hem. En Abram was zeer rijk, aan vee, aan zilver en aan goud. En hij reisde van rustplaats tot rustplaats, vanuit het Zuiderland tot aan Bethel, naar de plaats waar zijn tent eerst gestaan had, tussen Bethel en Ai, naar de plaats van het altaar dat hij daar vroeger gemaakt had; en Abram riep daar de Naam van de HEERE aan.
Genesis 13:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Abram trok uit Egypte naar het Zuiderland, hij en zijn vrouw en al wat hij bezat, en Lot met hem. Abram nu was zeer rijk aan vee, aan zilver en aan goud. En hij ging van de ene pleisterplaats naar de andere, uit het Zuiderland tot bij Betel, de plaats, waar zijn tent in het eerst gestaan had, tussen Betel en Ai, naar de plaats van het altaar, dat hij daar vroeger gemaakt had, en Abram riep daar de naam des HEREN aan.
Genesis 13:1-4 Het Boek (HTB)
Zo verlieten zij Egypte en trokken weer noordwaarts naar de Negev: Abram, zijn vrouw, Lot en alles wat zij bezaten. Abram had veel vee, zilver en goud. Zij trokken net zo lang in noordelijke richting tot ze bij hun oude kamp tussen Betel en Ai kwamen. Het altaar dat Abram daar had gebouwd, stond er nog en opnieuw aanbad Abram daar de naam van de HERE.
Genesis 13:1-4 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Zo vertrok Abram uit Egypte naar het Zuiderland , met zijn vrouw en alles wat hij had. Lot ging met hem mee. Abram was heel rijk: hij had veel vee, zilver en goud. Hij trok vanuit het Zuiderland terug naar Bet-El. Hij ging weer naar de plek waar hij de eerste keer zijn tenten had neergezet, tussen Bet-El en Ai. Daar had Abram toen een altaar voor de Heer gebouwd. Ook nu bracht hij Hem daar weer offers.