Genesis 16:8-9
Genesis 16:8-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En Hij zeide: Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan? En zij zeide: Ik ben vluchtende van het aangezicht mijner vrouw Sarai! Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen.
Genesis 16:8-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
En Hij zei: Hagar, slavin van Sarai! Waar komt u vandaan en waar gaat u heen? Zij zei: Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres Sarai. Toen zei de Engel van de HEERE tegen haar: Keer terug naar uw meesteres, en onderwerp u aan haar gezag.
Genesis 16:8-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
En Hij zeide: Hagar, slavin van Sarai, vanwaar komt gij en waarheen gaat gij? En zij zeide: Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres Sarai. En de Engel des HEREN zeide tot haar: Keer naar uw meesteres terug en verneder u onder haar hand.
Genesis 16:8-9 Het Boek (HTB)
De Engel zei: ‘Hagar, dienares van Sarai, waar komt u vandaan en waar gaat u heen?’ Hagar antwoordde: ‘Ik ben op de vlucht voor mijn meesteres.’ De Engel zei: ‘Ga terug naar uw meesteres en gehoorzaam haar
Genesis 16:8-9 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Hij zei tegen haar: "Hagar, slavin van Saraï, waar kom je vandaan en waar ga je naartoe?" Ze zei: "Ik ben gevlucht voor mijn meesteres Saraï." De Engel van de Heer zei tegen haar: "Ga naar je meesteres terug en gehoorzaam haar in alles.