Genesis 49:8-9
Genesis 49:8-9 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
Juda! gij zijt het, u zullen uw broeders loven; uw hand zal zijn op den nek uwer vijanden; voor u zullen zich uws vaders zonen nederbuigen. Juda is een leeuwenwelp! gij zijt van den roof opgeklommen, mijn zoon! Hij kromt zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal hem doen opstaan?
Genesis 49:8-9 Herziene Statenvertaling (HSV)
Juda, jij bent het, jou zullen je broers loven! Je hand zal rusten op de nek van je vijanden; voor jou zullen de zonen van je vader zich neerbuigen. Juda is een leeuwenwelp; van je prooi ben je opgestaan, mijn zoon. Hij heeft zich gekromd, zich als een leeuw neergelegd, als een leeuwin; wie zal hem doen opstaan?
Genesis 49:8-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
Juda, ù zullen uw broeders loven, uw hand zal zijn op de nek uwer vijanden, voor u zullen uws vaders zonen zich neerbuigen. Een leeuwewelp is Juda; na de roof zijt gij omhoog geklommen, mijn zoon; hij kromt zich, legt zich neder als een leeuw of als een leeuwin; wie durft hem opjagen?
Genesis 49:8-9 Het Boek (HTB)
Juda, je broers zullen jou prijzen. Je zult je vijanden vernietigen. Juda heeft zich als een leeuw neergelegd en wie zal hem durven opjagen?
Genesis 49:8-9 BasisBijbel (BB)
Juda, je zal door je broers worden geprezen. Je zal je vijanden overwinnen. Je eigen broers zullen voor je buigen. Je lijkt op een jonge leeuw die na de jacht, als hij zijn prooi heeft opgegeten, op een hoge plaats gaat rusten. Wie zal hem daar durven storen?