Genesis 8:13-19
Genesis 8:13-19 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd. En in de tweede maand, op den zeven en twintigsten dag der maand, was de aarde opgedroogd. Toen sprak God tot Noach, zeggende: Ga uit de ark, gij, en uw huisvrouw, en uw zonen, en de vrouwen uwer zonen met u. Al het gedierte, dat met u is, van alle vlees, aan gevogelte, en aan vee, en aan al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, doe met u uitgaan; en dat zij overvloediglijk voorttelen op de aarde, en vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen op de aarde. Toen ging Noach uit, en zijn zonen, en zijn huisvrouw, en de vrouwen zijner zonen met hem. Al het gedierte, al het kruipende, en al het gevogelte, al wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, gingen uit de ark.
Genesis 8:13-19 Herziene Statenvertaling (HSV)
En het was in het zeshonderdeerste jaar, in de eerste maand, op de eerste dag van die maand, dat het water van boven de aarde opgedroogd was. Toen nam Noach het luik van de ark weg en keek naar buiten, en zie, de aardbodem was opgedroogd. In de tweede maand, op de zevenentwintigste dag van de maand, was de aarde droog geworden. Toen sprak God tot Noach: Ga de ark uit, u, uw vrouw, uw zonen en de vrouwen van uw zonen met u. Laat al de dieren die bij u zijn van alle vlees, de vogels, het vee en alle kruipende dieren, die over de aarde kruipen, met u naar buiten gaan, zodat zij zich overvloedig uitbreiden op de aarde en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. Toen ging Noach naar buiten, en zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen met hem. Alle dieren, alle kruipende dieren en alle vogels, alles wat zich op de aarde beweegt, overeenkomstig hun soorten, gingen de ark uit.
Genesis 8:13-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste (maand), op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op. In de tweede maand, op de zevenentwintigste dag der maand, was de aarde droog. En God sprak tot Noach: Ga uit de ark, gij en uw vrouw en uw zonen en de vrouwen uwer zonen met u; doe al het gedierte dat met u is, van al wat leeft: het gevogelte, het vee en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, met u uitgaan, opdat zij wemelen op de aarde, en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. Toen ging Noach uit, en zijn zonen en zijn vrouw en de vrouwen zijner zonen met hem. Al het wild gedierte, al het kruipend gedierte en al het gevogelte, alles wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, ging uit de ark.
Genesis 8:13-19 Het Boek (HTB)
Op de eerste dag van de eerste maand in het jaar dat Noach zeshonderdeen werd, opende Noach de deur van de ark en zag dat het water zich had teruggetrokken. Er gingen nog eens acht weken voorbij voordat de aarde helemaal droog was. Toen zei God tegen Noach: ‘U mag de ark verlaten, met uw vrouw, zonen en schoondochters. Laat alle dieren, de vogels, het vee en alle kruipende dieren los, dan kunnen zij zich weer voortplanten en de aarde vullen.’ Noach, alle andere mensen en alle grote en kleine dieren en de vogels gingen van boord. In paren en groepen kwamen de dieren uit de ark.
Genesis 8:13-19 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
In het jaar dat Noach 601 jaar werd, op de eerste dag van de eerste maand, was de aarde opgedroogd. Noach schoof het luik [ in het dak ] van de boot open, keek naar buiten en zag dat de aarde bijna was opgedroogd. Op de 27e dag van de tweede maand was de aarde droog. Toen zei God tegen Noach: "Ga met je vrouw, je zonen en de vrouwen van je zonen van boord. Neem alle vogels en dieren mee naar buiten. Dan kunnen ze weer op de aarde leven en jongen krijgen. Dan komen er weer veel dieren op de aarde." Toen ging Noach naar buiten met zijn zonen, zijn vrouw en de vrouwen van zijn zonen. Ook alle dieren en vogels kwamen naar buiten, alle soorten die op aarde leven.