Haggai 1:1
Haggai 1:1 Herziene Statenvertaling (HSV)
In het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag van de maand, kwam het woord van de HEERE, door de dienst van de profeet Haggaï, tot Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, landvoogd van Juda, en tot Jozua, de zoon van Jozadak, de hogepriester
Haggai 1:1 NBG-vertaling 1951 (NBG51)
In het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag dier maand, kwam het woord des HEREN door de dienst van de profeet Haggai tot Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de landvoogd van Juda, en tot Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, aldus
Haggai 1:1 Het Boek (HTB)
Op de eerste dag van de zesde maand van het tweede regeringsjaar van koning Darius I, sprak de HERE tot de profeet Haggai. Haggai moest deze woorden doorgeven aan Zerubbabel, de zoon van Sealthiël, de gouverneur van Juda, en aan hogepriester Jozua, de zoon van Jozadak.
Haggai 1:1 Statenvertaling (Importantia edition) (STV)
In het tweede jaar van den koning Darius, in de zesde maand, op den eersten dag der maand, geschiedde het woord des HEEREN, door den dienst van Haggaï, den profeet, tot Zerubbabel, den zoon van Sealthiël, den vorst van Juda, en tot Josua, den zoon van Jozadak, den hogepriester, zeggende
Haggai 1:1 BasisBijbel, de bijbel in makkelijk Nederlands (BB)
Toen Darius twee jaar koning [ van Perzië ] was, op de eerste dag van de zesde maand, zei de Heer tegen Haggaï dat Hij een boodschap had voor Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en voor Jozua, de zoon van Jozadak. Zerubbabel was de bestuurder van Juda en Jozua was de hogepriester.